Berichtenblad 69/5 mei 2004


Colofon:
Het Berichtenblad is een uitgave van het bestuur van de Nederlandse Stichting ‘Het Evangelie in Spanje’ die beoogt de zaak van het Evangelie in Spanje
- in nauw overleg met de Spaanse Evangelische kerken zelf -
vanuit de wijde kring der Nederlandse Protestantse kerken
naar beste krachten te bevorderen.
Eindredactie:  G.A. Voerman - van Haselen
Geerte Bolwerk 25           3511 XA  Utrecht
info@evangelie-in-spanje.nl            website:  www.evangelie-in-spanje.nl

Vriendelijk verzoeken wij u adreswijzigingen door te geven aan:
postbus 20,  3700 AA Zeist. Voor uw medewerking zeggen wij u hartelijk dank.


Bijdragen voor ons werk zien wij graag tegemoet op bankrekening 45.67.74.068 of giro 315800 ten name van ‘Het Evangelie in Spanje’ te Zeist.

Van de Redactie
Op 11 maart 2004 werd eerst Madrid, en vervolgens de wereld opgeschrikt door een reeks aanslagen, direct gemunt op de burger onderweg.

Met Sinterklaas  kwam niet de Goedheiligman uit Madrid naar onze voorzitter, maar deze ging zelf naar Spanje. natuurlijk liepen ze elkaar dus mis, maar dominé van Laar had tal van interessante ontmoetingen! Helaas is het hem nog niet gelukt zijn verhaal op papier te zetten: dat houden we van hem tegoed. U dus ook.

Alles heeft twee kanten, zelfs in ons eigen land kennen de geschiedenisboekjes boven en (ver) beneden de grote rivieren zeer verschillende invalshoeken ten aanzien van de 80-jarige oorlog. Hoe geheel anders de Spaanse visie er op moest zijn interesseerde drs. Yolanda Rodriguez Peréz, die er een onderzoek aan wijdde, waar ze op is gepromoveerd. Eric Hardeman deed er in het U-blad van de Rijksuniversiteit Utrecht verslag van, een verslag dat we met zijn vriendelijke toestemming overnamen.

Santiago Matamoros is een begrip in Spanje. Een begrip dat moet worden bijgesteld?

Traditioneel zien wij de Spaanse bevolking als door en door Rooms-Katholiek. Wat vinden ze er zelf van? Het Centrum van Sociologisch Onderzoek in Spanje deed daar onderzoek naar, en kwam met een lijvig rapport dat in La Luz (het kerkblad van de I.E.R.E.) werd besproken. We geven enkele saillante punten weer.

Meestal laten we U kennis maken met een actieve predikant van de I.E.E. Dit keer willen we Uw aandacht vragen voor ds. Cardona, die een van de voorvechters is geweest van de emancipatie van de Protestantse kerken en het Protestantisme als zodanig in Spanje.

Bij zoveel serieuze zaken willen wij U ook iets lichtere kost geven… hoewel: sommige levenswijsheden, zoals die van Gabriël García Marquez, gaan diep.

Juist in deze tijd, nu de financiële belangstelling van de kerken bijna geheel gericht is op Oost-Europa, is onze  inzet van groter belang dan ooit. De penningmeester doet een boekje open…

Het Centrum Moisés is eindelijk open!

Wij melden U wat er te weten valt over de wisseling in predikantsplaatsen.

En ander kort nieuws….

Helaas ook dit keer een In Memoriam… een van onze meest vurige ijveraarsters in de zaak van het Spaanse Protestantisme is overleden, evenals een van de dienstdoende predikanten van de I.E.E.

Maar we eindigen, in het vertrouwen dat de Heer van de schepping onze tijden in de hand heeft, met een zomers gedicht van Antonio Machado.

We hopen U ook dit keer weer een kijkje in de Spaanse keuken te hebben gegeven dat naar meer smaakt.
Mocht U zelf in Spanje interessante ontmoetingen hebben met onze geloofsgenoten, laat het alstublieft even weten!
Voor de plaatsen en tijden waar kerkdiensten worden gehouden verwijzen we U naar ons vorige Berichtenblad, ook te vinden op www.evangelie-in-spanje.nl/nr68_4.html
, want inderdaad, uw Stichting heeft nu een eigen website, met een aangepaste domeinnaam, www.evangelie-in-spanje.nl - waar U vorige nummers kunt vinden, en informatie over de stichting en de projecten. Inhoud: De Aanslagen in Madrid van 11 maart…  Moedige soldaten tegen ketterse drinkebroers Religiositeit van de Spanjaarden. Vaarwel Santiago de Morenmepper, welkom, Santiago de Pelgrim. Even kennismaken met… ds. José Cardona. Enige aforismen van Gabriel García Márquez Van de Penningmeester. Het afscheid van ds. Philippe Fromont. Centrum Moisés is open! Kort Nieuws Stoelendans In Memoriam   Lentegedicht van Antonio Machado  De Aanslagen in Madrid van 11 maart…
De aanslagen. Vroeg in de morgen van de 11de  maart 2004 werden eerst Madrid en vervolgens de wereld opgeschrikt door de berichten over drie verwoestende en vrijwel gelijktijdige bomaanslagen op onschuldige burgers, die de trein namen naar school, ziekenhuis, werk... Was het toeval dat er al enige dagen berichten circuleerden die opriepen om tussen 1 en 14 maart de spoorwegen te mijden? De ondertekening deed denken aan de ETA, en die was natuurlijk de voor de hand liggende dader. Juist in de laatste tijd had de regering Aznar veel succes geboekt met het bestrijden van de ETA, en het tijdig opsporen van geplande aanslagen. Als vanzelf keken de ogen van heel Spanje naar het Noorden, naar Baskenland, terwijl de verschrikkelijke beelden de harten met afgrijzen vervulden. Honderden doden en gewonden zijn er gevallen… Uiteindelijk bleef het officiële dodental steken bij 191, maar van veel meer mensen zijn de levens voor altijd getekend, zo niet verwoest, door hun eigen verwondingen, die van hun naasten, of door het verlies van geliefden, bekenden, collega’s. De telling van de gewonden loopt van ruim 1400 tot ruim 1800. Duizenden ontsnapten op het nippertje aan de dood. Twee dodelijke rugzakken werden nog onschadelijk gemaakt voor ze af konden gaan. In de bijenkorf die het spoorwegnet van de RENFE en dat van de METRO ’s morgens vroeg onder en rond Madrid vormen, was het soms een kwestie van een halve seconde, die het verschil maakte tussen dood en leven, tussen gewond en gezond.
Natuurlijk hebben we allemaal de beelden nog op ons netvlies van de opgeblazen treinen, de bloedende en ontredderde mensen, het heftig protest dat volgde: eerst tegen de ETA, vervolgens tegen de regering van Aznar, die men voor de voeten wierp de mogelijkheid dat Al Qaida achter de aanslagen zat, niet eens overwogen te hebben. Of zelfs bewust voor het volk verzwegen te hebben, toen het in hogere kringen al bekend was dat deze mogelijkheid heel reëel was. Ook de kerken, zowel de RK als de Protestantse kerken protesteerden. De Comisión Permanente van de IEE en de Classis Madrid riepen in een vlammend protest op de gelederen te sluiten tegen elke vorm van kwaad, verzoening en vergeving te practiseren, en hulp te bieden waar maar mogelijk was. En dit was geen binnenkerkelijk gebeuren, maar een publicatie gericht naar de samenleving van Spanje als geheel en die van de getroffen provincie Madrid in het bijzonder.
De reactie van het Spaanse volk was er niet een van verslagenheid, maar eerder van verbetenheid en woede. Er was een fel ‘No’ tegen het geweld. Mensen stonden – heel practisch – soms meer dan acht uur in de rij om bloed te kunnen geven, onder andere in het hartje van de stad Madrid, op de Puerta del Sol. Vrijwel iedereen in en om Madrid was op de blote zenuw geraakt: niemand die niet óf zelf een slachtoffer of een bijna-slachtoffer was of in de directe omgeving had, of tenminste iemand kende, in die positie. De eerste reactie was die van grote saamhorigheid: het zo verdeelde Spanje was unaniem in zijn verdriet en zijn protest. Bovendien hadden de aanslagen door hun nauwkeurige coördinatie zowel een grote impact op het maatschappelijk leven door vrijwel al het openbaar vervoer in grote delen van de stad lam te leggen, als op het intieme leven: het gevoel van relatieve veiligheid viel weg. Immers: het geweld van de ETA had zich gewoonlijk primair gericht op bestuurders, politie, justitie… kortom: het openbare leven. Als er burgerslachtoffers vielen, al gebeurde dat regelmatig, ging dat tegen de ‘normale gang van zaken’ in. Er was een grens overschreden, die onacceptabel was.

Politiek
. Terwijl de afscheidingsbeweging in het Noorden door de grotere autonomie sinds de grondwet van 1978 steeds minder urgent werd, en het verlangen naar afscheiding tegenwoordig bij vrije verkiezingen met 40 tegen 60% het onderspit zou delven, werd het geweld door de ETA aan alle kanten hard aangepakt door de regering Aznar. De gebeurtenissen van 11 september 2002 gaven de president argumenten in handen om bij Europa gezamenlijke maatregelen af te dwingen, waartoe men voor die tijd niet genegen was. Acuut werd de ETA op de lijst van terroristische organisaties geplaatst. Met name de coördinatie met de Franse politie maakte het mogelijk de ETA-aanhangers die zich in Frans Baskenland hadden verschanst op te jagen en voor een goed deel op te pakken. Meerdere aanslagen werden zo ook verijdeld en voorkomen. Dit verklaart ook de felheid waarmee de Spaanse regering direct uitging van betrokkenheid van de ETA. De voortdurende aandacht op deze organisatie veroorzaakte het dragen van oogkleppen, waardoor aanwijzingen voor activiteiten van Al Qaida en andere organisaties over het hoofd werden gezien, of van minder belang geacht.
President Aznar heeft in de strijd tegen de As van het kwaad van de V.S. een middel gezien, om de eigen strijd te versterken. Bovendien meende hij Spanje door zijn verbond met Amerika weer op de politieke (wereld)kaart te zetten.  Ondanks de vele protesten vanuit de Spaanse samenleving drukte hij de deelname van Spaanse troepen aan de (toen nog bevrijdings-)oorlog in Irak door. Toen steeds duidelijker werd dat niet alleen de ETA als schuldige kon worden worden aangewezen van de aanslagen van 11 maart, maar ook aan Al Qaida gelieerde groepen, maakten Aznars politieke tegenstanders gebruik van de gelegenheid om – in de aanloop naar de verkiezingen – Aznar en diens Partido Popular zwart te maken, en te betichten van het opzettelijk achterhouden van informatie, en het bedriegen van het volk. De waarheid is voor ons hier niet te achterhalen, maar de politieke schade was groot, en Aznar moest zijn zetel als hoofd van de PP afgeven aan Mariano Rajoy, en die als president aan José Luis Rodríguez Zapatero (foto) van de winnende PSOE. (Partido Socialista de Obreros en España.)

Toekomst. Intussen gaat het leven verder – zij het dat velen waakzamer zijn en hun onbevangenheid verloren hebben. Na anderhalve dag reden de treinen en de METRO weer, zij het soms via andere sporen. De politie heeft – naar eigen zeggen – de beramers en uitvoerders van de aanslagen gevonden. Bij de poging tot arrestatie zouden de voornaamste figuren daarvan zich (en anderen) hebben opgeblazen. En nog steeds weer worden er anderen opgepakt. Dat er niet alleen Marokkanen, maar ook volbloed Spanjaarden bij de aanslagen betrokken waren, was voor velen een volgende klap in het gezicht. Bovendien hebben deze aanslagen, nu ze klaarblijkelijk niet (alleen) door de ETA zijn opgezet en uitgevoerd, een Europese dimensie gekregen. En daarmee is het niet zo prettig meer, deel van Europa uit te maken.
11 maart 2004 zal als datum in het collectieve geheugen van Spanje gegrift blijven, al is de reikwijdte ervan minder dan die van 11 september 2002, exact 2½ jaar eerder. Hoe de Spaanse bevolking er uiteindelijk mee om zal gaan, wat de gevolgen in de practijk zullen zijn op de lange duur, niet alleen in het leven – en sterven – van de ongelukkigen die direct bij de aanslagen waren betrokken, maar van allen die zich aangesproken voelden, dat zal de toekomst leren. Zeker is dat deze wonde nog lang zal doorzieken. God behoede hen allen.

De foto’s. Er zijn schokkende beelden bij! 11 maart 2004. Een reeks explosies laat drie treinen van de buurtsporen in de stations van Madrid: Atocha, El Pozo en Santa Eugenia in de lucht springen. Een waar bloedbad in de hoofdstad is het gevolg. De terroristen brachten 13 explosieven aan in 4 treinen van het buurtspoor. Drie van de bommen ontploften in een trein die klaarstond op het station van Atocha. Een van de 13 ladingen ging af in het station van Santa Eugenia.  Een van de slachtoffers probeert het bloed van zijn hoofd te stelpen met een hemd – een ander tracht te bellen met huis.
Bij het station El Pozo ligt het lichaam van een jonge vrouw zomaar als verloren langs de rails...
En dan maakt de chaos zich meester van de straten van Madrid. Bussen, trein en metro rijden niet meer, de mensen zijn verbijsterd en in paniek. Het geluid van de sirenes bezet de stad. Talrijke voorbijgangers komen om de gewonden heen staan, en proberen er in hun consternatie achter te komen wat er nu eigenlijk gebeurd is.
De Madrilenen reageer-den massaal op de urgente oproep om bloed te geven. (Begoña Rivas)
Duizenden Spanjaarden gaan de straat op om hun solidariteit met de men-sen in Madrid uit te drukken. In Barcelona steken honderden mensen kaarsen aan op de Plaza de Cataluña (r). (Santi Cogolludo)
In Valencia (r.o.) liepen vele honderden jongeren de scholen uit om tegen het terroris-me te protesteren. (Vicent Bosch) Ook in Sevilla gingen de mensen massaal de straat op om te roepen: ‘het is genoeg!’ (EFE)

Europa bleef niet achter, want in Brussel protesteerden de vertegenwoordigers van de Europese Commissie met een minuut stilte tegen de slachting. (EFE) In vrijwel alle hoofdsteden van Europa werd dit gebaar herhaald.
De gewonden kijken ons aan.
De gestorvenen zwijgen.

Veel foto's zijn te vinden op http://www.elmundo.es/fotografia/2004/03/atantados/portadas1.html en de verwijzingen van daaruit.  

Het woud der afwezigen. Aan het eind van de Paseo del Prado, in het zicht van het station Atocha, is op 4 mei j.l. een rotonde, de glorieta, beplant met 192 cipressen en olijven ter herinnering aan de slachtoffers. Een indrukwekkend en elegant gebaar, en een teken hoe in Spanje wel degelijk dingen snel kunnen worden geregeld, wanneer de wil er is.
De Kroonprins en zijn vrouw hebben er op de ochtend van hun huwelijk een krans laten neerleggen. Te gelegener tijd zal het geheel worden herplant in het Retiro.

........................

Moedige soldaten tegen ketterse drinkebroers De Tachtigjarige Oorlog gezien door Spaanse ogen

Een koud en zompig land, waar dronkelappen hun zuigelingen wijn en bier uit borstvormige kalebassen voeren; maar ook een rijk en welvarend gebied, dat wordt bewoond door ijverige, goedaardige en vriendelijke mensen.
Spaanse lezers kregen tussen 1550 en 1650 een buitengewoon afwisselend beeld van de Nederlanden, stelt promovenda Yolanda Rodríguez Pérez in het proefschrift 'De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse ogen', waarop zij 23 mei 2003 promoveerde.

Het begon allemaal met een Nederlandstalig romannetje uit 1658, dat zij in 1997 voor haar afstuderen in modern Nederlands 'hertaalde', vertelt Mevrouw Rodríguez Pérez. (1) "In dat boekje speelde de hond van de hertog van Alva (r) de hoofdrol en veel deskundigen meenden dan ook dat het een van oorsprong Spaans verhaal was. Maar wat mij verbaasde was hoe negatief Alva en andere Spanjaarden erin werden uitgebeeld. Als het werkelijk een Spaanse tekst was, dan zou dat betekenen dat er in die tijd een forse kritische stroming in de Spaanse literatuur moest hebben bestaan. Om daar meer over te weten ben ik me gaan verdiepen in Spaanse teksten over de Tachtigjarige Oorlog, maar daarin kwam zonder uitzondering juist een heel positief beeld van Spanje naar voren. Onder meer daarom moet 'De hond van de hertog van Alva' dus wel Nederlandse propaganda zijn geweest."
Inmiddels was Yolanda Rodríguez Pérez zo geboeid geraakt door de verschillende manieren waarop de Nederlanden in Spaanse teksten werden beschreven, dat dit haar een goed onderwerp voor een promotie leek. In totaal werkte zij de afgelopen vijf jaar twaalf oorlogskronieken, ruim honderd vlugschriften en 35 toneelstukken door over de Guerras de Flandes, zoals onze Tachtigjarige Oorlog in Spanje wordt genoemd. Haar conclusie is duidelijk: de teksten uit die tijd sloten vrijwel zonder uitzondering aan bij de belangen van de vorsten. "Ruwweg kun je de periode die ik heb beschreven in vieren verdelen. Voordat de oorlog uitbreekt, is het Spaanse hof er veel aan gelegen om de verhoudingen met de Lage Landen goed te houden. Hoewel de auteurs het niet kunnen laten om te refereren aan de vanouds bekende dranklust van de bewoners, overheerst in ooggetuigeverslagen van een reis van Philips de Tweede naar de Nederlanden een positief beeld. Er wonen zachtaardige, vreedzame mensen, goede gelovigen, gehoorzaam, hardwerkend, gastvrij, ruimdenkend en geneigd tot de letteren."
Dat beeld verandert echter als in 1568 de oorlog uitbreekt. Met name 'oorlogszuchtige' leiders zoals Willem van Oranje en de graven van Egmond en Hoorne krijgen dan in de oorlogskronieken de wind van voren, omdat zij het brave volk ophitsen en er ketters en rebellen van maken. Ook in toneelstukken uit die tijd wordt vooral de nadruk gelegd op de meer negatieve eigenschappen van de Nederlanders. Er is duidelijk sprake van een welbewuste constructie van een vijandbeeld, aldus mevrouw Rodríguez Pérez. Om die poging te ondersteunen komen Spaanse soldaten nu standaard naar voren als moreel superieur, sterk, moedig en strijdvaardig. De hertog van Alva wordt bovendien niet alleen afgeschilderd als dapper veldheer, maar ook als zorgzaam huisvader.
Na een terugval tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) bereikt het vijanddenken in Spaanse teksten zijn volle sterkte in de laatste oorlogsperiode. Nederlanders zijn nu niet meer alleen onverbeterlijke drinkebroers, maar ook wrede en barbaarse zeerovers die onder meer in Zuid-Amerika dood en verderf zaaien. Dit vijandbeeld wordt bovendien gretig aangegrepen om de wandaden van Spanjaarden met de mantel der liefde te bedekken.

Volgens de promovenda kun je aan alles merken dat de oorlog in de Nederlanden en dan met name het feit dat Spanje die oorlog niet kon winnen, een ingrijpende ervaring was. "Het was zeker voor die tijd schokkend nieuws dat edelen in een uithoek van Europa in opstand durfden komen tegen zowel God als de koning die in de ogen van de Spanjaarden immers met goddelijke macht bekleed was. Dat was volstrekt ongehoord. Voor het Spaanse koningshuis zijn de Nederlanden dan ook tot 1648 een ware obsessie gebleven. Niet voor niets schreef Philips de Derde in zijn testament: 'Zorg er alsjeblieft voor dat we de Nederlanden behouden.' Hij voelde aan dat het verlies van de oorlog het begin van het einde zou betekenen. Achteraf moet je constateren dat hij dat goed heeft gezien. De zeventiende eeuw was weliswaar Spanje's gouden eeuw, maar gelijktijdig luidde die eeuw het einde in van de Spaanse wereldhegemonie, hoezeer de kroniekschrijvers dat ook proberen te verdoezelen."
Erik Hardeman
(Dit stuk is eerder verschenen in het U-blad, een uitgave van de Rijks Universiteit Utrecht) (1) In 1658 verscheen te Amsterdam Het leven en bedrijf van Duc D'Albas hondt, een kleine roman die als een vervolg diende op een beroemde picareske novelle van de Spaanse schrijver Miguel de Cervantes. In die novelle vertelde de hond Berganza zijn leven aan de hond Cipion, die helaas geen tijd kreeg om daarna aan zijn eigen autobiografische relaas te beginnen. Dit 'open einde' was inspiratiebron voor velen, onder anderen voor de Nederlandse auteur G. de Bay, die van Cipion de hond van de hertog van Alva maakte. Cipions verhaal gaat terug op de onrustige dagen van het begin van de Opstand en beslaat Alva's verblijf in de Nederlanden tussen 1567 en 1573. Na verschillende slechte meesters gehad te hebben, treedt de hondse schelm in dienst van Alva als spion en koerier voor de Spaanse zaak. Cipion doet verslag van zijn kleurrijke avonturen, waarin hij als ooggetuige ook allerlei oorlogsmomenten meemaakt, zoals de straf van Naarden en het beleg van Haarlem. De uitbeelding van de Spaanse landgenoten van de hond en van de hertog zelf kon niet zwarter zijn. Allerlei echo's van de Nederlandse anti-Spaanse propaganda zijn in het verhaal vervlochten. Deze vermakelijke schelmenroman is geen vertaling van een verloren gegaan Spaans werk, zoals veelal werd gedacht, maar een originele Nederlandse roman uit de zeventiende eeuw.
Deze uitgave is bezorgd, en van inleiding en aantekeningen voorzien door Yolanda Rodriguez Perez. Zij studeerde in 1996 af in de Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de universiteit van Utrecht op een scriptie over Het leven en bedrijf van Duc D'Albas hondt of het Pirinesche tooverhol.

Religiositeit van de Spanjaarden. Bron: La Luz 127 jan-feb 2003. In dit blad staat een analyse van Arturo del Villar, n.a.v. een rapport van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek in 2002. 2487 mensen waren bij het onderzoek betrokken, mensen van verschillende leeftijden en sociale achtergronden, en afkomstig uit het hele land. Een van de belangrijkste resultaten is dat Spanjaarden niet erg geïnteresseerd blijken in godsdienst. Ook al zijn de meesten officieel Rooms Katholiek, (de rest bestaat uit Protestanten, Jehova’s getuigen of atheïsten, wordt er gladjes gesteld), ze gaan zelden naar de kerk en bidden doen ze al even zelden. Uitzonderingen vormen huwelijken en begrafenissen. In feite verklaarden de meeste onderzochte personen dat godsdienst geen grote invloed heeft op hun leven of op de samenleving als zodanig.  Een ander interessant gegeven is dat de meeste Spanjaarden van mening zijn dat kerk en staat totaal gescheiden behoren te zijn. Ze vinden gelovigen af en toe intolerant ten aanzien van anderen.
Ondanks hun Rooms-Katholieke achtergrond staat hun geloofsleven (of wat daar van over is) vaak dwars op die achtergrond. Verder geloven velen wel in (een van de vele verschijningsvormen van) Maria, maar slechts weinigen weten Wie de Heilige Geest is. En natuurlijk hebben maar weinigen ooit de bijbel gelezen. Arturo del Villar meent dat de gegevens zeer belangrijk zijn, juist omdat ze aangeven dat de mensen die zeggen Rooms te zijn in de practijk dat absoluut niet blijken te wezen. Voor alle gelovigen een reden tot zorg!

Vaarwel Santiago de Morenmepper, welkom, Santiago de Pelgrim.
Al honderden jaren was het de bedoeling de laatste iconen van de Reconquista, de herovering van Spanje op de Moren (van 722 tot 1492) weg te doen… In de kathedraal van Santiago de Compostela wordt nu, konden we begin Mei in de kranten lezen, het beeldje van Santiago de Moren-mepper omlaag gehaald, dat toont hoe Santiago (de apostel Jacobus) op een wit paard een aantal ‘Moren’ doodt, die al onder de hoeven van het paard liggen, en wordt Santiago de Pelgrim tot de eer van het altaar verheven. Een teken des tijds? vraagt Mario Escobar Golderos(1) zich in Protestante Digital af, en hij zet een critische kantekening bij dit gebeuren. Iedereen wil politiek correct zijn, stelt hij. En direct vervolgt hij met de opmerking dat de minister van Binnenlandse Zaken van plan is alle preken in Spanje te lezen! De politie, de geheime dienst, het leger, en zelfs het Pentagon wil weten hoe gevaarlijk radicale religieuzen kunnen worden. Het is natuurlijk onmogelijk te eisen dat de religie alleen op privé-terrein mag worden beleden en gepractiseerd. Christenen, Moslims, Joden of welke religie dan ook, hebben het recht en moeten dat ook hebben, om openlijk voor hun geloof uit te komen. Overigens: als de minister met zijn microfoons de preken wil beluisteren, maakt hij er al een openbare zaak van! Politie, repressie, controle, zekerheid. Betekent de zogeheten vrijheid dat we onszelf niet meer kunnen zijn? De moslims, van hun kant, komen vrijheden vragen die hun geloofsgenoten ontzeggen aan de christenen in de overwegend islamitische landen. Ze hebben kritiek op het feit dat ze verdacht worden, op het moment dat de islamieten christenen vervolgen in Tsjaad, Nigeria, Pakistan  en Indonesië, om maar een paar landen te noemen. Een verwarrende situatie in een wereld waar velen niet meer weten wat ze willen.

Locke(2) zei meer dan driehonderd jaar geleden: ‘Alles wat we willen is dat ieder mens kan genieten van de zelfde rechten als de andere medeburgers hebben. Kortom: alles wat de wet toestaat te doen in het normale leven, zou elke kerk toegestaan moeten zijn in de Goddelijke eredienst. Dat de mens leven noch lichaam, huis noch bezit kan verspelen om deze reden. Ieder moet verantwoordelijk zijn voor zijn eigen fouten, niemand behoort verdacht of gehaat te worden vanwege de verkeerde daden van een ander. Moge de almachtige God ons geven dat het Evangelie van de vrede uiteindelijk zal worden gepredikt, en dat de burgerlijke overheden meer bezig mogen zijn hun eigen geweten aan te passen aan de wet van God, dan die van de anderen te onderwerpen aan menselijke wetten.’
Wat valt ver verder nog te zeggen?  Escobar verzucht: Beste regering, doe wat meer aan Locke, en wat minder aan Torquemada.(3) Intussen is het kapittel zo geschrokken van alle commotie, dat vlak voor het ter perse gaan van dit Berichtenblad het bericht werd vrijgegeven dat het kapittel er niet (meer) over dacht Santiago Matamoros van zijn rechtmatige plaats te beroven. Een storm in een glas water? Zeker niet.
Op zijn minst toont deze geschiedenis hoe ook in Spanje de komst van de multiculturele samenleving, zoals deze tegenwoordig vorm krijgt, nog vol voetangels en klemmen zit.
......
(1) Mario Escobar is drs. in de Geschiedenis, en directeur van het blad  “Historia para el debate”.
(2) Locke, John, Essaye and letter on tolerance. (3) Torquemada 1420-1498 was hoofd van de Inquisitie in de dagen van het ‘katholieke koningspaar’, en medeverantwoordelijk voor veel leed.
......

Even kennismaken met… ds. José Cardona. Ds. José Cardona werd in 1918 in Denia geboren, en is zojuist 86 jaar geworden. Hij is nog helder van geest, maar wordt lichamelijk gehinderd door suikerziekte, die zijn gezichtsvermogen aantast. Het staat zonder twijfel vast, dat Cardona een van de grote voorvechters is geweest in de geschiedenis van het Spaanse Protestantisme, gezien zijn jarenlange arbeid in het bestuur van de F.E.R.E.D.E. als secretaris, vanaf het begin (F.E.R.E.D.E. staat voor Federatie van Evangelische Religieuze Instellingen, en is het contactorgaan van de Protestantse kerken met de overheid). In 1956 richtte hij met nog drie anderen de Comisión de Defensa Evangélica Española op, een waagstuk, want het dieptepunt van de vervolgingen lag in 1956. Ds. Cardona is van huis uit Baptist en lid van de U.E.B.E. (Unión Evangélica Bautista Española).

Vraag
: Voor alles bent U predikant geweest. Hoe bent U er in geslaagd Uw juridische bezigheden en de verdediging van de godsdienstvrijheid met Uw predikantswerk te combineren?

Antwoord
: Het juridische werk is in feite voor mij iets geweest wat erbij kwam, terwijl mijn predikantschap het wezenlijke was. Het was van kind af aan mijn roeping. Gedurende heel mijn werkzame leven heb ik altijd een gemeente gehad en heb ik in al mijn activiteiten getracht aan de verkondiging van het evangelie en het persoonlijk getuigenis de voorrang te geven.
Hoe bent U er in geslaagd een directe en voortdurende toegang te krijgen bij ministers, gouverneurs van de provincie, burgemeesters, politiechefs….?
Spaanse Protestanten kenmerken zich niet door een gecoördineerd optreden, daarom was het naar mijn overtuiging de Heer, die ervoor gezorgd heeft, dat alle Spaanse Protestanten in het begin van de 60er jaren mij unaniem verzocht hebben het secretariaat op mij te nemen van de toen net opgerichte Comisión de Defensa Evangélica. In die tijd waren de deuren van alle officiële instanties potdicht. Iedereen had angst om zelfs maar in contact te treden met ons, omdat wij als Protestanten een breuk in de godsdienstige eenheid van Spanje betekenden. het Franco-regime had steeds de godsdienstige eenheid als een van zijn primaire doeleinden in het vaandel. Temidden van dat ‘Ene grote en vrije Spanje’ waren wij de dissidenten, en daarom beschouwde men ons als een gevaar, vanwege het verbreken van de opgelegde eenheid. Het was ongetwijfeld de hand des Heren, die ervoor zorgde, dat ik toegang kreeg tot het bureau van Fernando María Castiella, de eerste minister van Franco met een open instelling. Castiella was door en door Rooms-katholiek, maar een oprecht man. Als minister van Buitenlandse zaken wenste hij vurig dat Spanjes imago in het buitenland verbeteren zou; hij wist natuurlijk, dat de behandeling, die de Protestanten in Spanje ondervonden, in landen met Protestantse traditie aanstoot gaf. Hij gaf me zelfs zijn privé telefoonnummer, en zei me hem onmiddellijk op te bellen als zich ergens een geval van onverdraagzaamheid zou voordoen. Hij beloofde alles te doen wat in zijn macht lag, opdat wij Protestanten niet lastig gevallen zouden worden. Dat gaf mij frisse moed, want al was ik altijd bezig in de overtuiging dat ik een opdracht uitvoerde, die de Heer mij had toevertrouwde, kwam het me op sommige ogenblikken toch voor, dat wij geen vooruitgang boekten hen het streven naar godsdienstvrijheid in Spanje.
Nog een andere minister met bredere ideeën, die de portefeuille van Voorlichting en Toerisme beheerde, Manuel Fraga, zei mij: ‘Ik zal u een perskaart bezorgen, zodat u uw werk kunt doen in betere omstandigheden.’
En zo was het ook, want die kaart veroorloofde me allerlei gelegenheden en personen te bezoeken, waar ik anders volstrekt geen toegang gekregen zou hebben. Inderdaad is de druk die de pers uitoefende bepalend geweest voor het verkrijgen van een zekere vrijheid in Spanje, ondanks de enorme tegenwerking van de hiërarchie.
Waarom denkt u, ds. Cardona, dat er nog steeds hier en daar in de F.E.R.E.D.E. terughoudendheid bestaat ten aanzien van de Adventisten? De samenwerking duurt toch al jaren?
Ik denk, dat de Adventisten zich te veel op een afstand gehouden hebben. Er zijn maar weinig contacten en maar sporadisch uitwisselingen geweest tussen de Adventisten en de andere Spaanse Protestanten. Bovendien is de positie die Elena White bij de Adventisten inneemt voor hen niet acceptabel, en sommige uitspraken, die zij in haar boeken doet, kunnen terecht niet op instemming rekenen bij de andere Protestanten.
Wat vindt u van de vrijheid, die wij op het ogenblik in ons land genieten? Is het een echte vrijheid?
Volstrekt niet. Wij kunnen ons niet neerleggen bij de thans bestaande vrijheid. Wij moeten dankbaar zijn voor wat God ons geeft, maar wij mogen niet vervallen in conformisme en nog minder in fatalisme. Er valt nog veel te bereiken. Wij moeten niet vergeten, dat wij temidden van andere religies nog niet eens een ‘minderheid’ mogen heten, en in een democratie is het de macht van het getal waar het op aankomt. Wij moeten dus blijven groeien om waarlijk maatschappelijk belang te krijgen en daadwerkelijke gelijkwaardigheid.
Sommige machthebbers in de Rooms-katholieke kerk spreken vandaag de dag veel over vrijheid en oecumene en eenheid met de gescheiden broeders, maar ik denk niet, dat ze altijd oprecht zijn. Zij willen de godsdienstige eenheid bereiken; dat is hun doel en zij beschouwen godsdienstige verscheidenheid als een kwaad op zichzelf. In feiteis de godsdienstvrijheid voor de Romeinse hiërarchie een burgerlijke aangelegenheid, die onder de huidige omstandigheden noodzakelijk is, omdat de wereld en de maatschappij op een punt gekomen zijn, die de godsdienstvrijheid onvermijdelijk gemaakt hebben. Maar tegelijkertijd moeten de Rooms-katholieke gelovigen volgens hun kerk doorgaan met de strijd voor de godsdienstige eenheid, die bereikt dient te worden in de schoot van Rome.  In elk geval, weest u zich daar wel van bewust, is de Spaanse staat niet een seculiere staat, hij is a-confessioneel, en dat is niet hetzelfde. Met andere woorden: de staat respecteert en bevordert elke godsdienstige overtuiging in Spanje. Hij erkent de godsdienstige verscheidenheid als een groot goed. Aan de andere kant is de Grondwet in Spanje nog maar een ideaal. Voor wat betreft de godsdienstvrijheid en andere vrijheden zoal die van meningsuiting zouden velen haar in beperkende zin willen uitleggen. En twijfelt u er maar niet aan,d at die ‘restricties’ zich ook zullen aandienen zodra daar een gunstige wind voor waait. Van die kant verwacht ik het gevaar voor de godsdienstvrijheid. Wij moeten waakzaam blijven en niet verslappen.
Ziet u op het ogenblik symptomen van bedreiging van de godsdienstvrijheid? Kijk, de Rooms-katholieke en de Orthodoxe kerk spreken van oecumene, maar bedoelen niet hetzelfde als de Protestanten. Hun ideeën over de christelijke wortels van Europa lijken mij zeer gevaarlijk, Rome en de Oosterse orthodoxen beschouwen zichzelf als de bewaarders van het Christelijke Apostolisch geloof. Zij zijn niet bereid af te zien van de idee, dat de gescheiden broeders in hun schoot moeten terugkeren. En zolang dat zo blijft, zal hun idee van vrijheid, pluriformiteit en gelijkwaardigheid altijd ontoereikend blijven.
Waarvan acte!                                                             Vertaling A.V.

............................

Enige aforismen van Gabriel García Márquez  
Te quiero no por quien eres, sino por quien soy cuando estoy contigo.
Ik houd van je, niet om wie jij bent, maar om wie ik ben, wanneer ik bij je ben. Ninguna persona merece tus lagrimas y quien se las merezca no te haría llorar. Niemand is je tranen waard, en wie dat wel is, laat je niet huilen. Solo porque alguien no te ame como tu quieras, no significa que no te ame con todo su ser. Het feit dat iemand niet van je houdt zoals jij dat wilt, betekent nog niet dat die niet met heel zijn / haar wezen van je houdt. Un verdadero amigo es quien te toma de la mano e te toca el corazón. Een echte vriend neemt je bij de hand en raakt je hart… Puedes ser solamente una persona para el mundo, pero para alguna persona tú eres el mundo. Je kunt maar één iemand zijn voor de wereld, maar voor iemand ben jij de hele wereld. No pases el tiempo con alguien que no esté dispuesto a pasarle contigo. Breng geen tijd door met iemand, die geen tijd met jou wil doorbrengen. Siempre habrá gente que te lastime, así que lo que tienes que hacer es seguir confiando y sólo ser más cuidadoso en quien confías dos veces.
Er zullen altijd mensen zijn die je kwetsen, dus moet je blijven vertrouwen, en er alleen maar voorzichtiger mee zijn wie je twee maal vertrouwt.

Gabriel García Márquez, volgens velen een van ’s werelds grootste schrijvers, is in 1927 in Colombia geboren. Hij werd journalist, en won in 1982 de Nobelprijs voor Literatuur, en hij stond aan het begin van de explosieve ontwikkeling van de Latijns-Amerikaanse literatuur. Zijn meest bekende werk is Honderd jaren eenzaamheid.

....

Van de Penningmeester.

Na ons vorige berichtenblad konden wij, dank zij Uw steun, het een en ander overmaken naar Spanje.

Onze ‘vaste’ bijdrage aan de Iglesia Evangélica Española verhoogden wij van 10.000 gulden tot 5000 euro.

Emeriti-predikanten hebben in Spanje geen staatspensioen, daarom heeft het bestuur besloten om in de jaren 2003 tot en met 2005 aanzienlijke bedragen over te maken voor de predikantspensioenen.
In 2003 was dit 25.000 euro. Inmiddels is ook in 2004 reeds 20.000 euro overgemaakt. Het is de bedoeling dat dit in 2005 15.000 euro zal zijn.

Voor de bibliotheek van het Seminarie schonken wij 1.600 euro.

Voor het project Moisés was reeds 1.010 euro beschikbaar. Wij verwachten hieraan nog toe te kunnen voegen de opbrengst van de Diasporacollecte 2003 waarvan de afrekening nog moet volgen.
De steun die wij mogen geven is alleen mogelijk dankzij Uw steun.

Wilt U het Evangelie in Spanje blijven gedenken?
Het Bankrekeningnummer is 45.67.74.068  en de Postrekening 315.800

Met dank, mede namens onze broeders en zusters in Spanje.
G.B. van Delft.

...................

Graag willen we U verzoeken om bij een eventuele verhuizing ook even een berichtje te sturen aan de redactie van dit blad, Geertebolwerk 25 3511 XA Utrecht of via info@het-evangelie-in-spanje.nl  Wij stellen Uw medewerking zeer op prijs. Het is altijd een hele uitzoekerij als een Berichtenblad wordt teruggestuurd; vaak is het onduidelijk of dat samenhangt met verhuizing of met overlijden. U bent dierbare relaties en wij laten die niet graag verloren gaan.

......................

Het afscheid van ds. Philippe Fromont.

Na vele vruchtbare en soms ook moeilijke jaren in (Waals) Amsterdam te hebben gestaan, heeft Ds. Fromont onlangs een beroep naar België aangenomen. Hij is teruggegaan naar zijn “roots”zouden we tegenwoordig zeggen. Hij is immers uit de gemeente Mons (= Bergen) die hij nu gaat dienen, afkomstig. In die omgeving ligt het dus vol jeugd-herinneringen voor hem, en bovendien woont daar nog steeds zijn hoogbejaarde moeder, die natuurlijk haar zoon en diens gezin met vreugde ziet komen. In een zeer verzorgde middagdienst, die namens het bestuur van de Stichting door de heer G. van Delft en ondergetekende werd bijgewoond, nam de Waalse Gemeente op zondag 7 december afscheid van haar predikant.
In hem verliest de hoofdstad een begaafd prediker, die het evangelie van onze Heer in eenvoudige taal alle mensen (die een beetje Frans verstaan!) na aan het hart wist te leggen.
Ook nu weer was dat het geval!
Een bijzonder treffend moment was de herdenking van kerkenraadsleden, die een belangrijke rol gespeeld hebben in de ambtsperiode van de scheidende predikant. En niet minder het ogenblik waarin het hem vergund was de pas aangetreden kerkenraad te installeren, als laatste ambtshandeling.
Na de dienst ontvingen enkele sprekers, die de een na de ander voor veel vrolijkheid zorgden, het woord. Daaronder waren de voorzitter van de Waalse Commissie, Ds. Dewandeler en de voorzitter van de Amsterdamse Kerkenraad Hans Du Corbier, terwijl ook de dochters van Ds. Fromont zich niet ongetuigd lieten het met zingen van een lied. De twee allerjongsten telgen, die te allen tijde trachtten zich vrij door de kerk te bewegen, werden door het moederlijk gezag telkens teruggefloten, en stonden bij de slotacte onder de kansel, verkleed als kerstmannetje en dominee, braaf hun rol te vervullen.
Daarna begaf iedereen zich naar de ruimte onder het orgel, waar men persoonlijk van Ds. Fromont en zijn gezin afscheid kon nemen. Uiteraard ontbrak daarbij een glas wijn niet.
Misschien vraagt u zich af of wij als bestuursleden niet het woord gevoerd hebben. Dat was niet het geval, want tot ons grote genoegen
bleek ons medebestuurslid, toen wij hem bij een andere gelegenheid daarnaar vroegen, van harte bereid om gewoon aan te blijven. Wij wensten hem dus privé alle goeds in Mons en namen geen afscheid, zoals de andere aanwezigen.      A.V.       
 Met dank aan mevrouw R. van de Broek voor foto 1!


Centrum Moisés is geopend!
Op 3 januari 2004 is dan eindelijk het Centrum Moisés in de voorstad (lees: achterstandswijk) van Barcelona: Santa Coloma de Gramenet geopend. U hebt daar uitgebreid over kunnen lezen in het vorige berichtenblad. Ook het bestuur was uitgenodigd om aanwezig te zijn, maar helaas is dat onmogelijk gebleken, hoezeer ons hart ook uitging naar die fantastische, hardwerkende en visionaire gemeente daar, die stug volhardend tegen alle tegenslagen van ambtelijke willekeur en andere zaken die tegenzaten ín, dagelijks weer overtuigd van de noodzaak van een dergelijk centrum in deze buurt, niet gerust heeft eer het er stond en geopend kon worden. Op zich al een triomf over het gebrek aan interesse waartegen de onderkant van de maatschappij ook in Spanje telkens weer  pijnlijk botst. Nu kunnen kinderen in de knel niet alleen worden opgevangen, U ziet hier boven links de kamer waar huiswerk wordt gemaakt, en rechts het keukentje, maar er wordt ook serieus zaak gemaakt van het (her)opvoeden van heel het gezin waar de kinderen in thuis (blijven) horen. Een goede zaak, Uw voortgaande steun en gebed waardig! In maart werden er 19 kinderen tussen de 2 en 14 jaar opgevangen. Ja, er is zelfs een baby van een jaar. Allemaal kinderen uit gezinnen waar grote sociale nood is, en waar ze zelfs de basisvaardigheden vaak niet leren. De deuren van het centrum zijn open tussen 16 en 21 uur. Van 16.30 – 17.15 u. wordt er gespeeld. Tussen 17.15 en 17.45 wordt er gezorgd voor schone handen en schone hoofden… Hygiëne is een nieuw woord voor veel van deze kinderen. Ook wordt een lichte maaltijd gebruikt. Natuurlijk dekken de kinderen zelf tafel, en ze wassen af. (r) Althans de groteren. Tussen 17.45 en 18.30 u. zijn er speciale activiteiten als toneel, dans en muziek. Van 18.30 uur tot 19.30 krijgen ze bijles, zodat ze op school beter mee kunnen. En dan gaan ze onder de douche. Dat moet om 20.15 klaar zijn, want dan is er het avondeten. Sommige groepjes wassen af, andere krijgen een verhaaltje te horen, of maken kennis met een (huis)dier. Om 21 uur worden ze opgehaald, of als dat niet kan: naar huis gebracht. U ziet: een ambitieus programma, met veel zorg en aandacht voor wat de kinderen werkelijk nodig hebben om een betere kans in het (over)leven te hebben. Met Uw hulp en door Uw gebed kan het werk blijven draaien.

Kort Nieuws
Alicia Heras, de dochter van de bekende ds. Benjamin Heras, en moeder van ds. Alfredo Abad, secretaris van de I.E.E., overleed op 23 april 2003. Haar leven was een bron van zegen voor velen.

In de voorbereiding op de 70ste Synode van de I.E.E. is een tweetal belangrijke documenten opgesteld dan wel aangepast. Het statuut en profiel van de bevestigde dienaar van de I.E.E. is uitgebreid en veranderd, en nieuw is opgesteld een document dat de voorwaarden voor de professionele relaties – d.w.z.: relaties die men aangaat als pastor – definieert. De stukken zijn ter synode geamendeerd en aangenomen als basisstukken voor verdere ontwikkeling.

De kerk van Capdepera is geheel opgeknapt. Het is te hopen dat de gemeente, die enige tijd geleden in onmin was, ook opknapt.

De beide scholen, Juan de Valdés en het Porvenir, doen het nog steeds erg goed. Samen hebben ze 1400 leerlingen.  Vooral de toevloed van 2-3 jarigen, en de Engelse les ook voor de kleintjes, hebben een aanzuigende werking.  U ziet doña Elfriede Fliedner met een aantal van de kleinsten. P. 22. Allemaal met een soort schoolschort. Casa Esperanza, in de tuin van het Porvenir, heeft de beneden-verdieping ontruimd, en daar wonen nu geen studenten en leraren meer, maar er zijn klaslokalen, douches en toiletten voor de kleuters. Ook blijven de meesten over. In een jaar is het aantal overblijvers op school gestegen van ruim 250 à 300 tot zeker 380 kinderen. Voor de kleintjes komt het eten uit de grote keuken in het Porvenir, maar ze eten in Casa Esperanza. 

De Fliednerstichting (waaronder ook de scholen en het SEUT vallen) heeft plannen opgevat om een (klein) bejaardenhuis te bouwen op het terrein van het Porvenir, in een hoek van de tuin. Helemaal links, gezien vanuit de hoofdtoegang, terwijl Casa Esperanza rechts staat. Dit bejaardenhuis moet een oud privé bejaardenhuis van Protestantse snit vervangen, dat niet meer toegerust is voor de eisen van deze tijd. Het ziet er op dit moment naar uit dat de plannen ook worden uitgevoerd.

Stoelendans
Ds. Daniel Reyes is 4 october 2003 bevestigd in Cartagena en Torrevieja.

Op 20 september 2003 is Melanie Mitchell officieel bevestigd als predikant in de Iglesia de Christo, waarbij ook haar ouders uit de V.S. overgekomen waren.

Ds. Carmen Sánchez heeft naast het zendingsproject ook La Llagosta onder haar hoede genomen. De predikant daar, ds. Felipe Carmona is met pensioen gegaan.

Op 26 october 2003 werden David (foto rechts) en Cinthia Ceballos in Barcelona als fraternal workers geïnstalleerd in de Iglesia de Betlem. 

In Jaca heeft de beheerder van het huis Hogar Salvador Ramirez, (waarin ook de kerk is ondergebracht) Onésimo Bartolomé, na jaren trouwe dienst laten weten dat hij om gezondheidsredenen wil stoppen. Hij blijft de bezigheden waarnemen zolang er geen opvolger is gevonden.
Op 14 december 2003 is ds. Ester Ruiz geïnstalleerd als predikant voor 50% in de Iglesia de Jésus, (Calatrava, Madrid) en diezelfde dag zijn zij en haar man Alfredo Abad geïnstalleerd als predikanten van de Iglesia del Salvador. (Noviciado). Het betekent dat dit echtpaar beide gemeenten samen zal dienen.

Op 20 maart is Juan Medrano bevestigd als predikant in Santa Coloma de Gramenet. Hij heeft de gemeente al eerder waargenomen en is goed bekend. Ook neemt hij de gemeente Sants onder zijn hoede.

José Eugenio Burguillo, de predikant van de kerken in Mérida en Miajadas, en directeur van het vluchtelingencentrum in Mérida, is verhuisd naar Segovia, om zich volledig te wijden aan zijn werk voor de NGO ‘Compromiso y Misión’ – en dat betekent dat hij zijn werk in Mérida en omgeving heeft moeten opgeven.

Als directeur van het vluchtelingencentrum in Mérida is aangesteld: Javier Segura, secretaris van de Classis Andalusië. De gemeenten worden vanuit Madrid bediend, dat ligt relatief het dichtst bij. Dik vijf uur in een snelle autobus!

In Memoriam


In memoriam mevrouw Riet Vandebriel-Anceaux.
Op 5 juli 2003 ontviel ons mevrouw M.J. Vandebriel - Anceaux, die voor velen in Spanje een trouwe en zeer geliefde vriendin was. Op haar 70ste deed ze nog een intensieve cursus Spaans, en tot op haar sterfbed toonde zij zich bij hen betrokken; zij stipuleerde dat er bij haar begrafenis een collecte moest zijn voor Het Evangelie in Spanje. Een vrouw van veel interesses, van diepe belangstelling, die reikte van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen tot de restauratie van de Waalse kerk in Breda, maar vooral een vrouw die veel van God en mensen hield. Dat was de drijfveer voor het vele werk dat zij deed in kerk en maatschappij, en die haar geestelijk op de been hield toen het lichamelijk niet meer ging. De herinnering aan haar is tot zegen!

In Memoriam Francisco (Paco) Guerra Pariente
Op 23 maart ging over naar de aanwezigheid van zijn Heer (zoals de Spaanse kerk het uitdrukt) de predikant van Palma de Mallorca D. Francisco Guerra Pariente in de leeftijd van slechts 56, na een zware en blijmoedig gedragen ziekte. Na zijn bekering in zijn jeugd was hij een enthousiaste (mede)werker in de wijngaard des heren. In 1989 werd hij aangesteld als fulltime ouderling, hetgeen in de practijk er op  neerkwam dat hij mede-predikant was, en hij had speciaal Capdepera onder zijn hoede. Hij werd predikant in 1994 naast ds. Panete, en in 1997 zijn opvolger. Een bescheiden, vriendelijk en zeer geliefd mens wordt node gemist. Moge de Heer zijn vrouw Marita en de zoons Rubén en Eliécer troosten.
............

Lentegedicht van Antonio Machado    
¡O tarde luminosa!                                 O, het late middaglicht! El aire está encantado.                            Betoverd is de lucht.
La blanca cigüeña                                   De ooievaar vliegt blank
dormita volando,                                    in slaap haar stille vlucht,
y las golondrinas se cruzan, tendidas      en met gestrekte vleugels kruisen
las alas agudas al viento dorado,             de zwaluwen elkander op de gouden wind
y en la tarde risueña se alejan                  steeds verder weg de lachende middag in…
volando, soñando…                                in de vlucht, in de droom…
 
Y hay una que torna como la saeta,        En één scheert als een pijl,
las alas agudas tendidas al aire sombrío, met gestrekte vleugels door de duistre lucht,
buscando su negro rincón del tejado.    
op zoek naar zijn zwarte hoekje van het dak.
 
La blanca cigüeña                                   De blanke ooievaar como un garabato,                                 staat als een hanenpoot tranquila y disforma, ¡tan disparatada!, 
rustig, en misvormd !wat waanzinnig!
sobre el campanario.                              op de klokkentoren.