BERICHTENBLAD Nummer 64  mei 2000

Van de redactie.
Achtenzestigste Synode van de I.E.E.

Even kennismaken: Carmen Sánchez.

Van de penningmeester:

Predikantenvergadering in Granada   (15-19 mei 2000)

Gespreksstof voor Spanjaarden en Nederlanders.

Van Washington tot Santiago op zoek naar Gerechtigheid.

Washington, de consensus van het vergeten.

En toen kwam de Consensus van Santiago.

Het derde Millennium: Viering en Engagement.

Enkele korte berichten:

Protestants hospitaal van Barcelona is 120 jaar!

In dankbare herinnering.

Gedicht:

Van de redactie

In het voor U liggende nummer van het berichtenblad vindt U weer van allerlei. Allereerst natuurlijk berichten van en uit Spanje, ook in Europees verband, U verneemt meer over de recente bezigheden van Uw voorzitter, U leert weer een predikant en een gemeente kennen (heel uitgebreid, dit keer), er is een verslag van de synode, die rond Hervormingsdag 1999 gehouden werd in Barcelona, een samenvatting van de stellingen, die daar werden besproken, en die nu in een aantal gemeenten verder worden bestudeerd en verwerkt, het verslag van een stukje ‘Pastoral’ dat uw secretaris en haar man mee maakten in Granada, deze maand, een in memoriam voor enkele mensen die velen van U hebben gekend, en een paar korte berichten die een beeld proberen te geven van de situatie in Spanje.

We hopen dat U daardoor de zusters en broeders in Spanje in Uw hart en Uw gebeden zult blijven koesteren.

Achtenzestigste Synode van de I.E.E.

gehouden in Barcelona van 30 october tot 1 november 1999
Rond Hervormingsdag kwam de Spaanse Evangelische kerk bijeen voor haar tweejaarlijkse synodevergadering. Aangezien zij zelf niet de beschikking heeft over lokaliteiten, die tegelijkertijd mogelijkheden bieden om te vergaderen en ook nog logies voor de deelnemers te bieden, wordt doorgaans onderdak gezocht in een kloostercomplex. Ditmaal was dat een school van de Salesianen (Colegio Salesiano Martí-Codolar), die in de uitgestrekte en nog steeds intact gebleven tuinen van een 19de eeuwse villa is gebouwd. Eigenlijk een klein paleisje.
We konden er genieten van de zuivere lucht, want deze voormalige buitenplaats is gelegen tegen de hoge Tibidabo-berg, aan de buitenkant van Barcelona.
De Salesianen zijn bij ons vooral bekend door de naam van Don Bosco, die oog had voor de opleiding van de arbeidersjeugd. Zijn portret is overal in de school te vinden. De familie Martí-Codolar gaf haar naam, (en uiteindelijk het landgoed) en bekostigde bovendien het werk van Don Bosco in Barcelona.
Het thema van de Synode sloot aan bij de eeuwwisseling:
Het Derde Millennium: Viering en Engagement.
(El tercer milenio: celebración y compromiso) In dat kader kwam een referaat aan de orde, onder dezelfde titel, dat een gezamenlijk werkstuk was van Joel Cortés, de penningmeester, en van Alfredo Abad, secretaris van het moderamen.
Joel had, aan de hand van de Consensus van Washington, een uitgebreide en gedegen studie gemaakt van de grote vraagstukken waarvoor de wereld zich geplaatst ziet in deze tijd en de komende eeuw, en Alfredo heeft een aanzet geleverd tot een theologische doordenking van de gevolgen van deze inzichten voor de kerk in het algemeen, en de gemeenten in het bijzonder. Deze stukken lenen zich zeker voor bespreking in de gemeenten.
Ze passen in het beleid van de I.E.E. dat aansluiting probeert te vinden van de kerkelijke verkondiging bij de hedendaagse werkelijkheid. Het is onvermijdelijk, dat er een zekere spanning bestaat tussen de tijd, die aan referaten wordt besteed, en aan die voor andere, meer practische, aangelegenheden. Het zou wel goed geweest zijn als iedere deelnemer de tekst ruim van te voren had gekregen. Dan had men ter zitting kunnen volstaan met een korte toelichting, in plaats van integrale voorlezing, waardoor te weinig tijd overbleef voor groepsbespreking.

Gelukkig ontbreekt het in de gemeenten niet aan gelegenheid tot discussie.
Een belangrijk onderdeel van de synodebesprekingen vormen de financiën van de kerk, en vooral de voortgang van de zgn. autofinanciación. Op dat terrein wegen de laatste loodjes nu wel erg zwaar. De I.E.E. is nu gekomen tot 78,2 % van het totaal. (Per classis varieert dat van 105% tot 48%)
Dat is een hele prestatie, en de getergde penningmeester riep op een gegeven moment ook uit: En verder kómen we niet! Maar de 100% zal toch ooit gehaald moeten worden, aangezien het buitenland de bijdragen zeer drastisch vermindert.
Enerzijds vloeit dat voort uit de gedachte dat de I.E.E. na 125 jaar op eigen benen hoort te staan, anderzijds is de belangstelling verschoven naar Oost - Europa, en bovendien zijn – mede daardoor – de beschikbare gelden in Europa niet meer zo ruim voorhanden. Het streven naar financiële zelfstandigheid past natuurlijk wel bij het Spaanse gevoel van eigenwaarde.
Een groot blok aan het been bij het komen tot de 100% zelf-financiering, en grootste bron van zorg voor de Comisión Permanente, wordt gevormd door de tractementen en pensioenen van de predikanten. In dit verband wordt ook voor de toekomst gesproken in termen als tent making ministry,  en wil de Comisión Permanente vastleggen, dat toekomstige predikanten bij hun aanstelling geen recht hebben op vergoeding voor enige dienst. Voor de velen, die een kwalitatief goede theologische vorming van voorganger en gemeente voorstaan, een zorgelijke ontwikkeling.
Voor het moderamen is de grootste zorg die voor de pensioenen van 15 personen, emeriti, weduwen en arbeidsongeschikten, die niet als zodanig te verzekeren waren, in het verleden. Een derde van de buitenlandse hulp gaat op aan deze groep. Politieke druk wordt uitgeoefend, om de rechtsongelijkheid, die ten grondslag ligt aan deze situatie, op te heffen. Dat kan nog geruime tijd duren.  Een poging tot meer (opgelegde) solidariteit in het verdelen van de classicale gelden is aan de ene kant een succes aan het worden, aan de andere kant is het ook een toetssteen voor de verregaande divergenties in kerkopvatting binnen de I.E.E.

Voor de Comisión Permanente was het ook van belang, dat er steeds nauwere contacten worden aangeknoopt met de Methodisten (uit Noord- en Zuid - Amerika). Dat lijkt zowel emotioneel als financieel aantrekkelijk.
Voor het eerst sinds jaren was een speciale afgevaardigde van de N.H.K. ter synode aanwezig: Hans Snoek, lid van de Commissie Buitenland, die ressorteert onder MDO. Hij sprak tot ieders genoegen het voornemen uit om in de toekomst bilaterale contacten te onderhouden met de Zuid – Europese kerken, die een paar jaar geleden een uitnodiging tot het bijwonen van een synode van de N.H.K. hadden aanvaard.

Ter vergadering kwam ook de vorming van een Departamento de Historia ter tafel. De I.E.E. begint zich te interesseren voor het vele archiefmateriaal, dat behouden moet blijven. De belangstelling daarvoor is mede ontstaan door aandrang van de zijde van Dr. K. Van der Grijp, die ook gaarne een bijdrage zou leveren. Benadrukt werd, dat het hier toch een Spaanse aangelegenheid betrof, en dat het Departament door een Spanjaard geleid zou worden. Uit de discussie bleek, dat een en ander nog niet in het eindstadium verkeerde.

Tenslotte moge nog vermeld worden, dat de zittende Comisión Permanente in haar geheel herkozen werd. Wel zal dit de laatste periode worden voor de huidige voorzitter, Enric Capó, die aankondigde zich hierna niet meer verkiesbaar te zullen stellen. Over het geheel genomen, was het een aangename vergadering, die duidelijk maakte, dat de I.E.E. haar best doet haar getuigenis duidelijk te laten klinken in een samenleving, die aldaar evenzeer geseculariseerd is als hier. De nieuwe kerk van Santa Coloma de Gramenet aan de buitenkant van Barcelona.
De multimediale omlijsting van de vergaderingen liet zien dat zeker de jongeren met twee benen in deze wereld staan!
Met een bezoek aan de gemeenten in Jaca en in Santa Coloma de Gramenet besloten we de reis. De predikant van Zaragoza, Daniel Vergara, was zo vriendelijk ons mee te nemen, eerst naar Zaragoza, daarna naar Jaca.
De inzet voor de naaste van deze gemeenten en hun behendigheid in overleven, hun geloof en hun koppigheid maakten grote indruk op ons.

    Ton en Gea Voerman

 

 naar boven

Even kennismaken: Carmen Sánchez

Ik ben er voor jou.  Dat is een van de (mogelijke) betekenissen van de hebreeuwse GodsNaam. ‘Ik ben er voor jou’ is ook wat Carmen Sánchez uitdraagt, in navolging van haar Heer. Over haar, en de gemeente om haar heen willen we iets meer vertellen. Zij ‘staat’ – hoewel ze absoluut niet statisch is, integendeel! – in Santa Coloma de Gramanet, een van de uiterste buitenwijken van Barcelona, een totaal verpauperde wijk, met veel immigranten, veel werkloosheid, en veel uitzichtloosheid. Dus zijn alcoholisme en drugsgebruik beslist geen onbekende grootheden in deze buurt. Voorzichtigheidshalve haalde Carmen ons dan ook maar met de auto op van de Metro, toen wij op onze laatste avond in Spanje haar begin november 1999 opbelden, of ze tijd had ons te ontvangen. Daar ging ze graag op in, en met grote warmte en hartelijkheid ontving ze ons die avond (later bleek dat ze tijd voor ons had vrijgemaakt, en dat gemeenteleden geduldig zaten te wachten) in het kleine kantoortje achter in de nieuwe kerkzaal. Haar eigen kamer was op dat moment bezet.

Ze vertelde ons een en ander over het ontstaan van de gemeente. Die bestaat een kleine 25 jaar, de eerste predikanten waren Samuel Capó en Manuel Ballester. Rond 1986 was de gemeente op sterven na dood. Er waren nog maar twee gezinnen over, en de Comisión Permanente, het hoogste orgaan van de I.E.E., wilde de gemeente opheffen. Daar kwamen de mensen heftig tegen in verzet. Na enige tijd kwam de Comisión Permanente met een voorstel. Ze zaten in hun maag met een meisje dat ‘zo nodig moest’ – Carmen, die eerst .... had gedaan, en nu roeping meende te hebben. Zouden ze die dan maar sturen?
En zo geschiedde.
Met een dermate kleine gemeente heb je tijd te over, en dus ging Carmen iedere dag op het pleintje bij de kerk zitten. Ze wàs er gewoon. Praatte eens met de een, praatte met de ander. Luisterde vooral. En de kerk was iedere dag tenminste een paar uur open. Langzaam raakte Carmen betrokken bij het leven van de wijk. Ze had voor iedereen aandacht. Een verslaafde, die wel eens wilde praten, moeders, die met hun zorgen kwamen, meisjes, die vroegen hoe dat nou zat, als je geen kind wilde krijgen, enne.. Doordat ze er was, voor de mensen, kwamen ze naar haar toe. En beleefdheidshalve kwam er wel eens iemand in de dienst...
Langzaam maar zeker groeide de gemeente. Dat komt ook, omdat Carmen kans ziet iemand sterke punten naar boven te halen. Daardoor groeide ook de slagkracht van de gemeente, en het aantal initiatieven. Haar kerk is ‘de’ kerk van de wijk geworden. Is gezichtsbepalend geworden. En vervult een echte functie.
Aids is nog altijd onbespreekbaar, binnen de Rooms Katholieke Kerk daar. En zo zijn de ouders van een jongen die dodelijk ziek was door Aids naar haar toe gekomen. Of hij hun jongen wilde bezoeken. En zij heeft bruggen gebouwd, tussen die jongen en zijn familie. En tussen die jongen en God.
Toen hij overleed kwam de familie met de vraag of hij vanuit de kerk door Carmen kon worden begraven. Ze zei: ja, maar jullie zijn toch katholiek, moet de priester dat niet doen, krijgen jullie dan geen moeilijkheden? Nou, die priester had zich niet laten zien in hun nood, en zij wel, dus zij vertegenwoordigde de kerk voor hen. Zo waren er nog meer verhalen.
En zo is er in nog geen 15 jaar een bloeiende gemeente ontstaan die, na zoveel jaren kerken op de benedenverdieping van Bet San, c/ Monturiol 32-34, het bejaardenhuis van de gemeente, nu op nog geen 80 meter afstand een gloednieuw gebouw heeft neergezet – èn betaald! – op de hoek van een wat scheve en ruime viersprong.
Daar loopt de gevel van het drie verdiepingen tellende bouwwerk rond, en toont op enkele meters afstand een eenvoudige deur met boven het ronde boven-licht niet anders dan:
Esglesia Evangelica. Protestantse kerk. Binnen zetten de kleuren gebroken wit en mat roze de lichte, uitnodigende uitstraling voort.

De kerkzaal is ruim en eenvoudig en heeft een goede acoustiek. Daarachter bevinden zich enkele kleine ruimten, waar van alles is opgeborgen. Met enige moeite vinden we er gedrieën net een plekje. Het grote balkon is deze vrijdagavond in gebruik genomen door een gespreksgroep. En waar we ook kwamen, overal waren activiteiten. In Carmens eigen kantoor boog een groep zich over het vluchtelingenvraagstuk. Elders zat een groepje op haar te wachten, om de discussie aan te gaan over het huwelijk en de problemen die daar bij kunnen optreden...  
De zondagschool-groep bereidde de dienst van die zondag voor in een hoekje van een zaal, die overdag voor een deel als crèche voor de buurt wordt gebruikt. Zodra er ergens geld te vinden is, wil men deze zaal opsplitsen, zodat de crèche haar spullen niet elke dag hoeft op te ruimen (dat doen toch ze al niet) of zo-dat de andere gebruikers van de ruimte er niet over vallen. Dit is ongeveer een kwart van de zaal. Er is behoefte aan nog wat studieruimten of spreekkamertjes, ach, een creatief oog kan zo een aantal dingen bedenken, die effectiever gebruik van de ruimte mogelijk maken. En tafeltennissen zal altijd wel mogelijk blijven, want ook zo wordt de buurtjeugd van de straat gehouden.

Een greep uit de activiteiten van de gemeente:
Elke 14 dagen is er een bijeenkomst voor mannen op maandag, om 8 uur.
Elke maand zijn er bijeenkomsten voor echtparen, in 4 groepen, bij de mensen thuis.
Er worden bijbelstudies gehouden – wekelijks – op drie niveaus.
Op zaterdag is er een jongerengroep.

·        Elke maand september wordt er een evangelisatiecampagne gehouden van 3 à 4 dagen.

·        Ze hebben voedsel- en andere voorraden voor het Rode Kruis – via de sociale werksters van de het Gemeentebestuur.

·        Ze hebben een theatergroep, een dansgroep, het kerkkoor, en een lofprijzingsgroep (die meestal het begin van de kerkdienst opluistert).

·        Er is een handwerkklas voor meisjes uit de wijk (iedere middag).

·        Er is een appartement voor reclassering en sociaal werkster, en bovendien zit daar een psychologe die met de drugsverslaafden werkt.

·        Elke 14 dagen komen de vrouwen bijeen.

·        Er wordt een muziekgroep gevormd voor – en met - de opgroeiende jeugd.

·        El Faro, het (sociaal - evangelisch) werk onder drugsverslaafden, is een initiatief uit 1933 van Carmen en haar gemeente. Er wordt nauw samen gewerkt met de burgerlijke gemeente, en dat heeft voor beiden voordelen. El Faro zit in het zelfde gebouw, om de hoek, c/ Roger de Lauria 59. Daar werken 5 vrijwilligers met een psycholoog in de begeleiding.

Zo kun je nog wel even doorgaan.

Door oog te hebben voor de mogelijkheden van mensen, en door ze aan te moedigen die te ontwikkelen, zijn er uit deze gemeente al verschillende mensen gestart met verdere studie. Een van hen, Juan Mendrano, is tijdens de synode gekozen als een van de twee ‘moderadores’ van de synode van 2001. Dat zijn de mensen die de synode voorbereiden, en verantwoordelijk zullen zijn voor de gang van zaken. Een bijzonder aardige jonge man, die ons later, samen met zijn vrouw Lolí, nu verzorgster in Bet-San, met de auto naar de Metro bracht. Hij zal deze zomer naar Madrid vertrekken, om daar verder te studeren aan het S.E.U.T.  Voor Lolí zal een passende baan gezocht worden, want zij zal het huishouden financieel draaiende moeten houden. Juan krijgt waarschijnlijk een minimale aanstelling, zodat hij een heel kleine bijdrage in het levensonderhoud kan krijgen, terwijl hij daar studeert.
Tijdens de dienst die de synode afsloot, en die gehouden werd in de relatief
grote kerk aan de c/ Tallers, verzorgde Carmen de preek. Daarin vertelde ze o.m. over een van de mensen die ze in El Faro opvingen. Die werd achterhaald door zijn verleden, en in het gevang gestopt, voor delicten van 6 – 7 jaar terug. Toen zijn Carmen hen andere mensen hem dagelijks gaan schrijven, om hem te laten weten dat hij ook daar niet in de steek gelaten werd, dat hij er bij hoorde, en dat ze van hem hielden. ‘Je moet wel hartstikke belangrijk zijn, dat je zoveel post krijgt’ was de reactie van de bewakers.
Soms is de gemeente wel eens een beetje moe, van al dat activisme. Ze zouden wel eens net als andere gemeenten willen zijn. Maar de bewogenheid en bevlogenheid van de predikant en andere leden van de gemeenschap slepen hen dan weer mee.

Staat der gemeente.
De gemeente telt 70 officiële leden, maar er zijn zeker 100 sympa-thisanten, die ook finan-cieel bijdragen. Jaarlijks doen er 4 à 5 mensen belijdenis, meest volwas-senen, en sinds 1986 heeft Carmen 8 huwe-lijken mogen sluiten, 3 kinderen opgedragen en 4 kinderen gedoopt. Het is de mond op mond reclame, die de gemeente doet groeien. Er is aandacht voor de wijk. Gniffelend vertelde Carmen dat deze kerk de eigenlijke parochiekerk van de buurt is. Ook al is ze protestant!

In de dienst wordt altijd begonnen met een lofprijzingskoortje, 7 à 8 mensen, met gitaar en rinkelbel, bij de inwijdingsdienst zong ook het ‘echte’ koor, dat groter is. Namens de I.E.E. was daar Enrique Capó, en namens de kerk van Catalonië Carlos Capó. De blije dienst werd besloten met een inspirerend glaasje.

Dit alles hoorden we die avond, en al pratend werd het duidelijk later dan de bedoeling was geweest. Er wachtten mensen op Carmen, lang en geduldig, er moest nog van alles geregeld worden, en zo namen we afscheid van een bijzondere vrouw, en een bruisende, hoopgevende gemeente waar de levende Heer centraal staat, en waar met liefdevolle ogen wordt gekeken naar heel gewone mensen.

G.A. V. – v H.

 

 naar boven

Van de penningmeester:

In april 2000 kon, mede dankzij uw steun, naar de Iglesia Evangélica Española overgemaakt worden ƒ 10.000 als bijdrage in de salarissen van predikanten, ƒ 2.300 voor het seminarie, en ƒ 2.500 voor de pensioenen van de predikanten.  Op deze wijze werd de voortgang van het Evangelie in Spanje financieel ondersteund! Blijft u die steun mogelijk maken?

Uw bijdrage kunt u overmaken op bankrekening 45.67.74.068 of postrekening 315800 van de Nederlandse Vereniging ‘Het Evangelie in Spanje’ te Zeist.  Onze hartelijke dank!

 

G.B. van Delft

 naar boven

Predikantenvergadering in Granada   (15-19 mei 2000)

Vroeger hielden de predikanten van de Iglesia Evangélica Española om het jaar hun vergadering, en wel in het jaar waarin er geen synode was. Op die manier konden ze elkaar eens in het jaar ontmoeten en een hart onder de riem steken, want hun positie was en is vaak heel eenzaam. De laatste drie jaar heeft de predikantenvergadering een iets ander karakter gekregen. Ten eerste is ze nu ieder jaar, en ten tweede is er naast de ontmoeting op verzoek (lees: aandringen) van de Comisión Permanente veel aandacht voor de verdieping van kennis en geloof.
Dit jaar waren de predikanten voor vier dagen bijeen in de kerk van Granada. Niet alleen zijzelf, maar ook gasten uit Zuid- en Midden-Amerika woonden de vergadering bij, want er is nog altijd veel contact met de landen, die Spanje als hun moederland zien. Voor de Spanjaarden is het natuurlijk heerlijk, dat heel dat gebied Spaans spreekt. Van meet af aan is er de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te blijven vanwege de gemeenschappelijke taal.

Het programma, dat gericht was op de toekomst van de kerk, liet zien dat de betrekkingen met Latijns-Amerika springlevend zijn.
De eerste inleider was professor Justo González. Een Peruaan, hoogleraar in Puerto Rico, die er in slaagde ons bij te brengen, dat Europa niet meer het middelpunt van de christenheid is. Getalsmatig niet meer, want nog maar 20% van de christenen in de wereld is blank, en evenmin geografisch, want die andere 80% is verspreid over de hele wereld in allerlei centra, die langzamerhand hun eigen identiteiten aannemen. En soms een eigen theologie ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld de bevrijdingstheologie.

In een flitsend en geestig betoog hield prof. González ons voor, dat wij op een nieuwe manier naar de geschiedenis moeten leren kijken. Het is nog steeds gebruikelijk, dat de geschiedenis beschreven wordt vanuit het ene centrum, waarin de schrijver zelf zich bevindt. Het is echter noodzakelijk geworden, aan alle inmiddels ontstane centra het hun toekomende gewicht te geven.    

 

In de loopt van de tijd is er veel veranderd. Wij moeten ons daar rekenschap van geven. De kerkgeschiedenis zou moeten worden beschreven als een geschiedenis van missies en bewegingen. En daarin moeten de jonge kerken een eigen plaats krijgen.
Prof. González ziet geen heil in het stellen van vragen aan bijbelteksten aangaande huidige situaties, die destijds onbekend waren. In de bijbel gaat het volgens hem om fundamentele theologische kwesties, die van alle tijden zijn.

Als voorbeeld geeft hij o.a,. de volgende definitie van de kerkvader Hiëronymus: een rijke is iemand, die onrecht doet.
Het gelovige volk behoort in deze een belangrijke stem te hebben. Tegenwoordig zijn ook de vrouwen daarbij meer en meer inbegrepen. Ze waren er altijd al natuurlijk. Denk maar aan Sa.
Teresa van Ávila. En al die vrouwen in de kerkbanken! Maar in onze tijd behoren ze niet alleen maar bij uitzondering aan het woord te komen.
Het gaat bij dit alles om het geloof, dat het dagelijks leven van de mensen betreft. Ook de in onze maatschappij en in de wereld levende uitgeslotenen zijn in dit verband van belang. Wij, die in het algemeen niet arm zijn, mogen nooit vergeten, dat wij bestaan dank zij hun arbeid. De toppen van de bergen bestaan bij de gratie van de dalen.

De tweede inleider was José Maria Castillo.

Hij is hoogleraar geweest in Granada, maar uit zijn ambt verdreven wegens aan de hiërarchie onwelgevallige denkbeelden.
Hij vertelde, dat het hem moeite gekost had om te ontdekken, waar de malaise in de Rooms Katholieke Kerk vandaan komt. Maar hij heeft die nu gevonden in het machtsstreven van de pausen.
Dat streven is er niet altijd geweest. paus Gregorius de Grote bijvoorbeeld wees in felle bewoordingen de gedachte af, dat hij verheven zou zijn boven de andere vier patriarchen. Volgens Castillo zijn de eerste 1000 jaren van het Christendom gekenmerkt geweest door wederzijds respect tussen de 5 klassieke patriarchaten: Rome, Constantinopel, Antiochië, Alexandrië en Jeruzalem.
De conflicten uit die periode versterkten eerder de eenheid, dan dat ze die verbraken. De kerk was dan ook nog flexibel genoeg om ze op te vangen.

In de volgende 1000 jaar verschoof zich dat evenwicht, waarbij Rome steeds meer macht aan zich trok. En zo kwam het tot de excommunicatie van de patriarch van Constantinopel, en tot de diepe scheuring van de Reformatie in het Westen. Deze conflicten brachten scheiding. Alleen als de paus zijn machtsstreven opgeeft, is herstel van de eenheid in de kerk mogelijk.
Sinds de Verlichting zijn we een veel gevaarlijker periode binnengegaan. De bedreiging van de kerk komt nu van buitenaf. De maatschappij vindt haar niet relevant meer. De macht ligt nu bij de markten, die zich steeds meer naar het Zuiden verplaatsen. Ze hebben de kerk nodig, en zullen proberen die voor hun karretjes te plaatsen. En Castillo is bang, dat als zijn kerk alleen maar probeert de traditie te handhaven, de kerkverlating hand over hand zal toenemen.

Toch zijn er mogelijkheden voor de kerk. Hij was samen met de (afgezette) Franse bisschop Guillot in een loge van de vrijmetselaars in Brussel geweest, het was hem opgevallen hoe ongelooflijk veel hoog geplaatsten daar hun toevlucht hadden gezocht. Het waren kennelijk allemaal mensen, die met belangrijke vragen kampten. Als de kerk daar nu eens oog en oor voor had. En terug ging naar haar oorsprong: Jezus Christus, en zoals Deze met mensen omging.

Aan het eind van zijn lezing, en de discussie die daar op volgde, vroeg hij ons allen op te staan, en zo samen het Onze Vader te bidden, en nog wat stil te zijn.

Het was een ontroerend moment!

De predikantenvergadering werd ook voor een deel bijgewoond door de heer Hans Snoek, die binnen de MDO (commissie buitenland) van de SoW-kerken verantwoordelijk is voor onder meer de contacten met Zuid-Europa. Hij gaf door zijn aanwezigheid blijk van de hernieuwde belangstelling, die in de SoW-kerken voor het protestantisme in Spanje – en buurlanden – bestaat. In onze kring verheugen wij ons daar ook zeer over.

Aangezien we andere verplichtingen hadden, en de terugreis al vastlag, konden we niet blijven, hoewel de hartverwarmende ontvangst van veel oude èn nieuwe vrienden ons daar wel naar deden verlangen, evenals de rest van het interessante programma, waaraan de directeuren van het S.E.U.T., die belast zijn met de organisatie van de ‘Pastoral’, Rogelio Prieto en Pedro Zamora, een duidelijke lijn van algemeen en fundamenteel naar toepassing in de practijk hadden gegeven.
We waren dankbaar deze dagen (15 mei en de ochtend van de 16de mei) tenminste mee te kunnen maken. De I.E.E. is wat de vorming van haar predikanten betreft zeker op de goede weg.

(Links ziet u Alfredo Abad, Secretaris van de Comisión Permanente en predikant van de ontvangende kerk, met Pedro Zamora, die de Pastoral organiseerde.)

A. Voerman

 naar boven

Gespreksstof voor Spanjaarden en Nederlanders.

Al jaren geleden, toen de Europese Unie zich nog maar net begon af te tekenen, vroeg de inmiddels overleden docent van het S.E.U.T. professor Ignacio Mendoza zich af, wat het kleine protestantse volksdeel van Spanje in geestelijk opzicht zou kunnen bijdragen tot de vorming van een Verenigd Europa.
Met die vraag was hij zijn tijd ver vooruit, want pas nu begint het in brede kring duidelijk te worden, dat Europa naast haar economische en politieke integratie ook een ziel behoeft. Wil Europa echt iets voorstellen, dan zal toch een spirituele dimensie aan haar eenheid niet kunnen ontbreken.
De van Jacques Delors afkomstige uitdrukking: Een ziel voor Europa vormt het opschrift van een onlangs verschenen, ongesigneerde, publicatie van de Nederlandse Zendingsraad met daarin o.a. verslagen over de jaren 1998 en 1999.

Het openingsartikel, dat eveneens de titel draagt Een ziel voor Europa, bezint zich op een antwoord op de vraag van Prof. Mendoza; te laat voor hem, maar niet te laat voor de vele protestanten in Spanje, voor de destijds door hem gestelde vraag hoe langer hoe actueler wordt, evenals voor ons, trouwens.
Het ligt in onze bedoeling de inhoud van dit bezinnend en stimulerend artikel in essentie zoveel mogelijk te bespreken met onze geloofsgenoten in Spanje. Het blijkt telkens weer, dat we aan beide zijden van de Pyreneeën met soortgelijke problemen te kampen hebben. Misschien hebt U de hier bedoelde publicatie van de NZR (nog) niet onder ogen gehad. Daarom vatten we in het hiernavolgende kort samen datgene waarop we in onze contacten met Spanjaarden nader willen ingaan, in het bijzonder in het milieu van het S.E.U.T., dat al enige tijd onze grote belangstelling geniet.
De vraag is dus: Wat bindt ons in Europa, in een samenleving, die geseculariseerd is, maar die ook een influx op zich af ziet komen van vreemde religies, die vroeger geweerd werden? Ligt onze identiteit in de christelijk -humanistische traditie en hoe moet Turkije zich daar dan in de toekomst bij aansluiten?

Hebben wij een cultuur, die wij gezamenlijk als waardevol willen doorgeven, en hoe ziet die er dan uit?
Aan Rooms Katholieke zijde werd al snel gedacht aan een herkerstening van Europa, maar onder Protestanten viel die gedachten niet over zo goed. De Europese Rooms Katholieke Bisschoppenconferentie en de Conferentie van Europese Kerken (CEC) zaten niet op één lijn.

De CEC zag als haar doeleinden voor bevrijding, tolerantie en bestrijding van allerlei vormen van onrecht. Racisme, (post)kolonialisme, armoede, seksisme en militarisme moesten worden uitgebannen.
Het ging er om het Koninkrijk Gods, het Rijk van recht en vrede, te realiseren.Daarbij gaven de kerken blijk van een schuldbesef over hun houding in het verleden, die hen bevreesd maakte om met vanzelfsprekendheid op bekering aan te dringen bij anderen.
In het Protestantse kamp waren ook andere geluiden te horen.
De ‘Evangelicals’, die zich gaandeweg steeds nadrukkelijker in Europa presenteerden, waren onbekommerd op bekering tot Jezus uit. Hun Amerikaans vooruitgangsgeloof paste destijds niet goed in onze context.

De omslag werd ingeleid door Emilio Castro. Als Secretaris van de Wereldraad en afkomstig uit de bevrijdingstheologie, gaf hij een nieuwe impuls aan de zending door de beide genoemde thema’s met elkaar te verbinden.
De afkalvende kerkden zagen er iets in, en bovendien kwamen ze sterk onder de indruk van de naar Europa teruggekeerde bisschop van de Verenigde kerk van Zuid – India, Lesslie Newbigin. Deze analyseerde de Westerse cultuur en signaleerde daarin een uiteengroeien van ‘facts’ en ‘values’. ‘Feiten’ worden tegenwoordig algemeen aanvaard als onbetwistbare gegevenheden: religieuze en morele ‘waarden’ daarentegen zijn een kwestie van persoonlijke keuze geworden.

Het thema Evangelie en Cultuur vormde tenslotte het onderwerp van de wereldzendingsconferentie in Salvador, Brazilië (1996).

Newbigin benadrukte daar zelf gloedvol het belang van het Evangelie voor de hele samenleving.

De NZR organiseerde vorig jaar een Europese Zendingsconferentie in Amersfoort om een antwoord te vinden op de vragen hoe zending bedreven kan worden in Europa, zonder in de oude fouten te vervallen, en hoe Europa een ziel te geven, zodat mensen zich daardoor bevrijd en geïnspireerd kunnen voelen.

Drie aandachtspunten kwamen daarbij naar voren (adviezen van marktonderzoekers!):

       opkomen voor de kerk,        opkomen voor het Evangelie        bouwen aan gemeenschap.
Opkomen voor de kerk is in het verleden sterk belemmerd geweest door de begane fouten. Het wordt tijd ons te bezinnen op wat de kerk in positieve zin te bieden heeft. Dat zij verkondigt, dat God in Jezus ons leven in Zijn hand houdt, geeft haar de mogelijkheid om samen met mensen feest te vieren of ook te rouwen.

Opkomen voor het Evangelie werd belemmerd door de zeer kritische aandacht voor alles wat met geloof te maken heeft. Op zichzelf heeft kritiek natuurlijk een nuttige functie, maar uiteindelijk gaat het in de kerk om een geheimenis tussen God en mensen, om vertrouwen op de Heer, die ongedachte mogelijkheden schept.   In Zijn Naam klaagt de kerk de wereld aan, maar is ze ook vertroostend met haar bezig.

En tenslotte: geloof is ook bouwen aan een gemeenschap in onze naar het individualisme neigende samenleving, die immers is aangelegd op samenleven. Het streven naar een homogene volksgemeenschap leidt evenwel tot nationalisme. De door de kerk beoogde gemeenschap bestaat echter uit vrije en voor elkaar verantwoordelijke mensen die door Jezus bijeen geroepen zijn.

Dat alles berust op doorleefd geloof. En hoe dat met anderen beleefd en gedeeld wordt. Als de kerk zelfs laat zien, hoe zij een ziel heeft, zal het met Europa ook nog wel lukken. Eenvoudig zal het niet zijn, maar authentiek geloof verzet tenslotte bergen.

A.V.

 

 naar boven

Van Washington tot Santiago op zoek naar Gerechtigheid

De 68ste Algemene Synode van de I.E.E. heeft de aanwezigen twee inleidingen voorgeschoteld die door Joel Cortes, penningmeester van de Comisión Permanente en Alfredo Abad, secretaris daarvan, zijn opgebouwd op grond van dit thema. Aan de ene kant een analyse van de huidige tijd, vooral economisch gezien. Aan de andere kant een beschouwing van uit de theologie. In Cristianismo Protestante is een samenvatting verschenen van beide referaten, die we hierbij weergeven.

Het derde millennium begint met een handicap. Dat is het gevoel dat Joel Cortés ons meegeeft met zijn analyse. En dat moet niet onderschat worden. Als het anders was, zou het ook zeer verbazingwekkend zijn. Het is niet vreemd dat door de eeuwen heen van tijd tot tijd in meerdere of mindere mate de zelfde euvels weer de kop op steken.
Joel Cortés stelt met een goed gedocumenteerde analyse duidelijk vast: gerechtigheid interesseert de economische experts absoluut niet. In het licht van het nieuwe millennium, nu eenmaal het mislukken van het ‘reaal-socialisme’ is vastgesteld, evenals de triomf van de vormen van economie die geïnspireerd zijn op het kapitalisme, op het moment dat de nieuwe standpunten moeten worden vastgesteld, met het oog op nieuwe economische ontwikkelingen, vergeten ze het concept van rechtvaardigheid. Alle moeite die in de richting zou kunnen gaan van het verminderen van ongelijkheid tussen arm en rijk blijft op de nullijn.

Washington, de consensus van het vergeten.

Zij die vergeten hebben het voor het zeggen. Het gaat om de groten van de economische wereld: het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank, het Congres van de Verenigde Staten, De Federale Reserve, en groepen deskundigen. Zij stellen met z’n allen, in 1990 in Washington bijeen, geïnspireerd door John Williamson, econoom met wereldfaam, de prioriteiten vast voor de economie van het nieuwe millennium. De resultaten van deze bijeenkomst staan bekend als de Consensus van Washington. Een stad die heel zeker het voorbeeld is van de grootste sociale ongelijkheid in de machtigste en rijkste staat van de aarde: 30% van de inwoners leeft in de meest absolute armoede. Daarvan zal Williamson zelf zeggen: ‘Washington is een stad die de neus ophaalt voor de problemen van gelijkheid.’

De opzet van de consensus was een proces van economische verandering op wereldschaal in de hand te houden, en daarbij gebruik te maken van nieuwe factoren voor een groei die men spoedig verwachtte. De mislukking van de plan-economie en het steeds verder terugtrekken van de ‘dode hand van de Staat’ in de landen van de Derde Wereld, moesten het mogelijk maken dat er geïnvesteerd werd in deze landen die werden beschouwd als ‘ontluikende markten’, en dat er massieve kapitaalstromen op gang kwamen tussen het noorden en het zuiden. De voorgenomen maatregelen waren: 1) budgettaire discipline 2) veranderingen in de prioriteiten van de staatsuitgaven (uitgaven overbrengen van minder productieve terreinen naar gezondheid, onderwijs en infrastructuur) 3) hervorming van het belastingstelsel, om ruim belastbaar inkomen op het spoor te komen, en beperkte marges voor de koers 4) financiële vrijheid, in het bijzonder wat betreft de soorten rente 5) het komen tot en onderhouden van concurrerende wisselkoersen 6) handelsvrijheid 7) vrije toegang van directe buitenlandse investeringen 8) privatisering van staatsondernemingen 9) de-regulering van de prijzen 10) garantie van eigendomsrechten.

De vergissing in de prioriteiten die in Washington zijn geformuleerd was dat men een economisch model van kapitalistische snit wilde toepassen in contexten die daar weinig voor geëigend waren. In het geval van de landen in het Oosten zijn er bijvoorbeeld enkele factoren die weinig gunstig zijn voor de doelen die door de ‘consensus’ gesteld zijn: samenlevingen die alle structuur hebben verloren door het voorafgaande politieke proces, absolute afwezigheid van democratische controle-organen, en afwezigheid van professionele kaders die in staat en geneigd zijn tot dialoog. In het geval van Rusland bijvoorbeeld, is de mislukking dramatisch en spectaculair geweest. Het Internationaal Monetair Fonds in dit land heeft er de laatste 6 jaar zo’n 26.000 miljoen dollar in gestoken. Echter, de economie van Rusland bevindt zich tegenwoordig in handen van maffia’s die op ongecontroleerde wijze handelen, en daardoor de buitenlandse investeringen op de vlucht haten. De ‘nieuwe rijken van het Oosten’ komen op, terwijl de meerderheid van de Russische bevolking iedere keer in de meest diepe ellende wordt gestort, en dat zonder de minimale levensvoorwaarden. De ontluikende economieën gedragen zich niet zoals de deskundigen hadden voorzien. De realiteit van de landen die in dit ontwerp gerangschikt zijn en die de voorschriften van Washington toepassen is heel anders dan gepland. De planning ging uit van een fundamenteel beginsel: ‘het is de markt die de (geld)middelen het beste toewijst’. Maar de resultaten, bij afwezigheid van ook maar enig temperend element, zonder de toepassing van gelijkheid bevorderende maatregelen, stonden daar dwars op.

Eerste grote crisis: Mexico, 1994 – 1995. De grondslag daarvan bleek toen iets  anders: politici en investeerders, meegesleurd door een buitengewoon optimisme over de markt, en gesterkt door hun gemeenschappelijke overtuigingen, hadden het verwachte en mogelijke succes van hun politiek overdreven. In het begin    werkten de maatregelen dankzij een proces van zelfvertrouwen van de investeerder, die zich alleen maar baseerde op de verwachtingen van de groei, maar de werkelijkheid lag anders, de stellingen van Washington waren ver verwijderd geraakt van de reële waarde van de goederen en van de waarde van de talrijke ondernemingen die genoteerd werden op de geldbeurzen. De winsten  waren naar verwachting.

Dit feit kreeg van de econoom Krugman een naam: de luchtbellen van het speculeren.  Het visioen van de ontluikende markten dat de deskundigen getekend hadden had veel meer van een zeepbel die veel te ver was opgeblazen. En de bellen barstten. De crisis van Mexico verplaatste zich naar Latijns Amerika, in 1997, en naar het Aziatisch continent. De investeerders, die nog steeds overtuigd waren van de verwachte groei, hadden, zonder de ervaring van Mexico in het achterhoofd te houden, hun activiteiten verplaatst naar deze andere streken van de planeet. Het zelfde proces van het knappen van de zeepbel zou in voorbereiding kunnen zijn op de markt van de V.S. zelf.

 naar boven

En toen kwam de Consensus van Santiago.

De Wereldbank was het die, ondanks het feit dat het een van de instituten is die het meest met Washington verweven is, zich aan het proces begon te onttrekken. Men begreep dat het nodig was verder te gaan dan de stellingen van 1990. Aan de ene kant zag de voorzitter van het instituut, Joseph Stiglitz in dat het recept wel nodig kon zijn, maar dat het in elk geval onvoldoende was, en dat sommige voorstellen wellicht onnodig waren. De doelstellingen van de economische wereldpolitiek – bevestigde hij – kunnen niet beperkt worden tot groei van het Bruto Nationaal Product. (BNP) Aan de andere kant stelde James Wolgensohn, directeur van het zelfde orgaan, voor dat men rekening moest houden met de maatregelen die in 1998 waren vastgesteld door de deelnemers aan de Top van Noord- en Zuid-Amerika, die werd gehouden in Santiago-de-Chili. De regeringshoofden van de landen van Latijns Amerika, stelden – ook al accepteerden ze demaatregelen van Washington – een nieuwe serie maatregelen voor, dieuiteindelijk genoemd zou worden: de Consensus van Santiago.

Daaruit komen de volgende voorstellen voor: 1) onderwijs als sleutelelement om te komen tot gelijkheid van mogelijkheden 2) gezondheid 3) infrastructuur (speciaal de wegen op het platteland, zonder kunnen de mensen niet naar school gaan); beleidslijnen voor stad en voor land, energiebedrijven en drinkwater  4) rechtspraak: zonder een functionerend rechtsbestel is het onmogelijk tot gelijkheid te komen 5) de economische misvormingen die misdaad en drugs in het leven roepen moeten worden vernietigd, en zo de burgersamenleving veiliger gemaakt 6) het goed functioneren van de geldsystemen.

Met de consensus van Santiago wordt een andere koers ingeslagen. De noodzaak bleek duidelijk de weinig altruïstische voorschriften die de Consensus van Washington inhield te verbeteren. Alleen die toepassen werkt de versterking in de hand van het verschil tussen rijke en arme landen. Er zijn dus nieuwe stellingen nodig, die rekening houden met fysieke, institutionele en culturele eigenschappen van ieder land .

Het zondermeer toepassen van een politiek van de vrije markt leidt alleen maar tot een kapitalistische richting die in niets rekening houdt met de mens en wat die nodig heeft. Deze kapitalistische richting stelt geen grenzen aan zijn begeerte macht en rijkdom op te hopen. Dat proces kan uitlopen op verstikking van het systeem zelf, doordat het progressieve verarming meebrengt voor de landen die voorzien in grondstoffen, werkkrachten en koopkracht. Intussen komst een proces  op gang van globalisering van de economie, die in de laatste drie jaar gigantische proporties aanneemt. Bijna iedere week leven we in de media berichten die ons spreken voer fusies en allianties van grote ondernemingen die er toe neigen dermate grote hoeveelheden macht te concentreren, dat ze langzamerhand het vermogen van de regeringen om beslissingen te nemen van hèn afhankelijk maken. Het doeleinde van de leiding van die grote ondernemingen is niets anders dan zo groot mogelijke winsten, al hun handelingen dienen het belang van hun aandeelhouders. Deze werkelijkheid verzwaart het probleem van de concentratie van de rijkdom, en van het eens te meer vergeten van ‘gelijkheid’ – een feit dat funeste gevolgen heeft. Joel Cortés.

 naar boven

Het derde Millennium: Viering en Engagement.

Onze viering is ons engagement.

Viering met het oog op het derde millennium? Ja! Maar wat voor viering? Zeker is dat viering een intrinsieke notie vormt van de Kerk van Jezus Christus. De christelijke gemeenschap viert, elke zondag, vanaf haar begin, haar geloof in de Opgestane, haar vertrouwen in de realisatie van en strijd voor het Rijk der Hemelen ten behoeve van de mensheid. Echter, de geschiedenis van het Christendom omvat eveneens mìnder waardige aspecten, die ons ook richten op berouw en bekering. Bij te veel gelegenheden hebben de scheidingen binnen het Christendom en zijn relatie met de macht het medeplichtig gemaakt aan oorlog, uitsluiting, inquisitie en onnoembaar lijden.
Tegenwoordig zijn er op het moment van vieren verschillende opvattingen of tendensen aan de orde. De eerste wordt geïnspireerd door de bijbeltekst zelf: de oproep tot het jubeljaar (Leviticus 25). Dit opvatting wordt door de christelijke kerken en ook talrijke NGO’s (niet aan regeringen gebonden organisatie) omhelsd. De toepassing wordt geconcretiseerd in een roep om de schuld aan derden van de arme landen te veroordelen. Bij de tweede opvatting komen discrepanties om de hoek kijken. Dat ligt in de lijn van millenniumgekte met apocalyptische tintjes. Vanuit deze optiek worden speciale campagnes opgezet met wat men noemt: ‘eerbetoon aan Jezus’. Vanuit een andere gezichtshoek, maar op de zelfde golflengte verschijnt de ‘Bul tot het uitroepen van het grote jubileumjaar 2000’, Incarnationis mysterium, die opnieuw de kwestie van de aflaat aan de orde stelt.
In dit document van de Bisschop van Rome, Johannes Paulus II, heeft men er behagen in het oecumenisch jubeljaar uit te roepen, ofwel te refereren aan Christus en aan gerechtigheid. Echter, de voorstander van de Bul monopoliseert door het uitroepen van het Heilig Jaar persoonlijke zuivering en het verkrijgen van vergeving door gebed, pelgrimage en, opnieuw, ook door geld.
Met het oog op dergelijke voorstellen moet er wel een critische houding worden ontwikkeld ten aanzien van elke reductie of vereenvoudiging van de viering van Christus, tot een puur persoonlijke heiliging, of van onze zending tot iets dat losgekoppeld is van de huidige en historische werkelijkheid. Het feest, de viering, is een betuiging van dankbaarheid, spreekt van genade, maar kan zich niet beperken tot een ontlopen van de dingen. Ons engagement kan zich niet beperken tot de rituele viering, of tot het besloten festival van hen die zichzelf al op de weg naar zuiverheid zien. Onze vorm van vieren verplicht ons tot de processen op de lange termijn die de huidige situatie omvormen tot levensvatbaarheid van de geschiedenis en van de volkeren, en wordt door God bemind.
In het Oude Testament vormen de feesten van Israël herdenken, actualiteit en hoop van Gods trouw in de geschiedenis van Zijn volk. In al die dingen komen verschillende aspecten tot uiting. Bij het Paasfeest: bevrijding, bij het Pinksterfeest: engagement, bij het Oogstfeest soberheid, bij Yom Kippoer, Grote Verzoendag, vergeving, berouw en verzoening. Al die aspecten vormen de ruggegraat van de geschiedenis van het Volk Israël. De feesten van Israël vormen een viering van het Verbond dat van het Godsvolk een Zendingsvolk maakt, als vrucht van de genade van God, een viering die van het Godsvolk een volk maakt dat geëngageerd is in de geschiedenis en met de transformatie daarvan. De profeten zullen in deze feestelijke en vierings-werkelijkheid verdieping aanbrengen, als een wijze om de geschiedenis te verstaan en de verantwoordelijkheid van het volk voor deze geschiedenis. De profeten preken het volk een politiek engagement in de zekerheid dat het heilbrengend handelen van God in Israël effectief zal zijn, waarbij ze dat in het geschiedkundig werk van God opnemen door middel van de analogie van de viering.

Dit leven van de toekomst van God die zich in het heden waarmaakt, werd lichamelijk gemaakt door Jezus van Nazaret, de Christus, die, afstand nemend van ieder ritualisme, de mensen tegemoet trad in het leven van iedere dag. Lucas 4: 18 – 19 (De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen;  en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren.) is een uitnodiging tot het vernieuwen van onze vieringen en tot een critische houding ten opzichte van ieder soort steriele spektakelstukken.

Hoe weerkaatsen onze diensten deze hoop, die door Jezus is opgeroepen? Hoe geven onze gemeenschappen leven aan het feestelijk karakter van het heilzaam feit van de menswording? Waar verheffen wij onze stem ten bate van de anderen? In welke viering, houding en engagement van onze leden en onze gemeenten kunnen we de zaden van de toekomst herkennen, die God wenst voor de mensheid, van deze nieuw orde waarin ons berouw en verzoening situeren?

Een van de meest provocerende initiatieven van dit einde van het millennium is hetgeen de Protestantse Kerk van Frankrijk voorstelt in het bezinningsproces, dat is ingezet met het oog op hun komende Synode: Debat 2000–2000 debatten. Het proces heeft drie doelstellingen: getuigen van Jezus Christus, verdieping aanbrengen in onze overtuigingen, en het waagstuk aangaan van nieuwe

taalvormen, nieuwe formuleringen, met als doel prioriteiten in het werk te definiëren, voor het leven en de zending van de kerk.

Participatie en noodzaak zijn de twee provocerende elementen van deze aanpak: participatie, wat iedereen kan doen om kerkbouwer te zijn, een van de sleutels van creativiteit en hoop voor het ontwikkelen van een productieve rebellie; en noodzaak tot debat, om opnieuw de eisen en vraagstukken van onze tijd aan de orde te stellen, in het licht van het bijbels geloof, door je er in te verdiepen, door te delen en door ons er niet aan te onttrekken. Het is noodzakelijk dat we het Evangelie bevestigen in de samenleving.

Als we vieren, participeren we, het is ons engagement met het heden dat het teken is van onze participatie; wanneer we bij het krieken van het derde millennium naar de toekomst kijken, is de volharding van ons getuigenis een prediking van het Evangelie, dat zorg heeft voor de nood en werkelijkheid die nu aanbreekt. Als wij ons vereenzelvigen met een kerk die alleen is gereserveerd voor de zorg voor zielen zonder lichaam, maarvan de enige dienst eigenliefde is, met z’n weeklachten en z’n intense strijd, maar zonder enige actie, dan zijn we onderworpen aan de rechtlijnigheid van de vieringen van de millenniumgangers, evangeliserend, zuiverend, feestelijk, maar leeg. We zijn geprivatiseerd door de ontmoedigende stroming van tegenwoordig.

Wij moeten daarentegen het moment dat we toevallig leven aanvaarden als een ‘kairos’ van God, dat wil zeggen: een gunstige gelegenheid om iedere tijdsspanne te aanvaarden, te beleven in relatie met het centrale evenement: de verschijning van Christus.
Evangelisatie moet veel verder gaan dan mondelinge overdracht van het Evangelie. Het moet een weg zijn naar de volledige verwerkelijking van onze hoop in onze menselijke werkelijkheid. Onze uitdaging als kerken en als christenen is: onze hoop veranderen in geschiedenis.

Alfredo Abad

 naar boven

Enkele korte berichten:

Godsdienstvrijheid op school.

De Spaanse bisschoppen zijn een offensief begonnen om de jeugd terug te brengen binnen de invloedssfeer van de kerk. Nog maar 25% van de jongeren gaat regelmatig naar de kerk, en hoewel de meerderheid wel van zichzelf zegt Rooms Katholiek te zijn, stelt dit vaak niet veel anders voor dan dat ze zich als een goed Spanjaard beschouwen, en daar hoort dit bij.

De scheiding van kerk en staat heeft gemaakt dat het godsdienstonderwijs op openbare scholen niet meer verplicht is. De bisschoppen streven er sinds een klein jaar na die verplichting weer in te voeren, waarbij zij, die aan deze lessen niet mee willen doen, lessen moeten volgen in burgerrechten. Er is een stortbui aan kritiek losgebarsten. Vakbonden en oppositie verwerpen deze plannen.  Reactionair, ongrondwettelijk, achterlijk! is hun reactie. De regering wordt verweten de wet te overtreden in haar buigen voor de belangen van de Rooms Katholieke Kerk. De minister voor het onderwijs is voor. Deze maatregel zou een kentering zijn in huidig godsdienst-onderricht, dat nu wel op het rapport een cijfer heeft, maar niet meetelt voor het eindexamen. De F.E.R.E.D.E. die het project op verzoek van de  staat bekeek, verwerpt het, godsdienstles moet buiten schoollokaal, in elk geval niet verplicht, en niet discriminatoir. Protestanten zijn er op tegen dat openbare school godsdienstles gegeven wordt. Maar mocht het toch doorgaan, dan zouden ze wel de optie willen protestantse les te geven.

De toewijding van de stad Madrid aan de Maagd van de Almudena, bij monde van Alvarez del Manzano, de burgemeester van Madrid.

De burgemeester van de stad Madrid heeft tot grote ergernis van velen namens alle inwoners van Madrid eeuwige trouw beloofd aan het beeld van de Virgen van de Almudena. Dat staat in de nieuwe kathedraal, tegenover de hoofdingang van het koninklijk paleis van Madrid, die nu vrijwel afgebouwd is. Een feit waar zowel leken als protestanten tegen hebben geprotesteerd als strijdig met zijn opdracht. Dit is een typisch stukje Spanje, dat weer illustreert in welke omstandigheden de Protestanten daar nog altijd moeten leven. We willen U de tekst niet onthouden:
 Moedermaagd van de Almudena, namens alle zonen van de Stad Madrid komen we voor uw heilig beeld om u  te geluk te wensen en om onze liefde uit te drukken. Dit is, heilige Maagd, de laatste viering voor 2000, en ook al is uw tijd eeuwig, we willen u vragen bijzondere aandacht aan onze gebeden te schenken nu we smeken dat u ons verlicht in deze andere tijd die aanbreekt.
Met kinderlijke verering danken wij u omdat wij constant uw moederlijke bescherming in de verschillende omstandigheden van het leven ervaren. Als kerk en het volk van Madrid erkennen we u als onze patrones.
Onderhoud ons geloof, doe onze hoop herleven, doe onze liefde weer groeien, opdat geen obstakel ons af doet wijken van de weg van het heil.  U die onze Moeder bent, open onze harten voor de blijdschap van de Geest, opdat we uiteindelijk het eeuwig Rijk mogen genieten. Maagd van de Almudena, zegen en bescherm al uw zonen van Madrid.

Pontevedra. 24 jan 2000 De burgemeester van Pontevedra heeft aangekondigd dat HIJ in geen geval de toewijding van de stad aan een beeld zou uitspreken, en dat evenmin zou delegeren, zulks om de stedelijke scheiding van kerk en staat te handhaven. Sinds de XVI eeuw (toen de stad heftig bedreigd werd door de pest) werd elke 20 januari de stad toegewijd aan San Sebastian.

Protestants hospitaal van Barcelona is 120 jaar!

Een van de oudste protestantse instellingen van Spanje, uit 1879, omdat de protestanten nauwelijks medische bijstand konden krijgen. Het kende een zeer bescheiden begin, maar kreeg in 1893 onschatbare hulp van buitenlandse kolonies in Barcelona, vooral de Engelsen. Die kochten een landgoed van 2000 vierkante meter, waar nu het hospitaal staat. De Burgeroorlog en de Wereldoorlog leverden veel problemen, in 1950 gaf de nieuwe directeur (Spoerry) nieuwe impuls aan het hospitaal door uitbreiding en modernisering.
Later kwam er in 1971 een grote uitbreiding. Nu zijn er 2 afdelingen.

I: voor sociale gezondheid, 87 bedden, voor palliatieve behandelingen, dementie, herstel e.a. Dit in samenhang met de ‘autonomie’ Madrid.
II De andere afdeling bevat 30 bedden voor polikliniek, eerste hulp, radiologie etc etc. Er is ook een gehoorzaal, waaronder andere ’s zondags dienst gehouden wordt.

De C.E.M., de Protestantse Raad van Kerken in Madrid,  wil in de hoofdstad komen tot Protestantse radio-uitzendingen.
Nu bestaat er geen officiële vertegenwoordiging van de Protestanten in de ether, al zijn er wel illegale uitzendingen van sommige instanties.
Er zijn verschillende mogelijkheden die nog bestudeerd worden.

Protestants Huis Madrid: De protestanten denken over een centrale plaats in Madrid, waar allerlei activiteiten kunnen plaatsvinden. Er zit al schot in de overdracht van een terrein en een onderhoud met B&W van Madrid, dankzij de staatssecretaris.

De directeur stedenbouw heeft gesproken met mensen van CEM en F.E.R.E.D.E., die een ontwerp voor een Protestants Huis in Madrid meebrachten, 4000 m2 – drie verdiepingen. Architect Nehemías Herrera – van de Hermanos. Het zou dan de officiële zetel worden van zowel het Spaans als Madrileens Protestantisme, open en multifunctioneel. Kerkzaal voor 1200 personen, pers, tentoonstelling, bibliotheek documentatiecentrum, historische tentoonstelling, museum, zetel van de F.E.R.E.D.E. en haar departementen en organen, van de CEM en Diaconía Madrid, opslag, zalen voor conferenties en bijeenkomsten. Het kan niet op.

Het S.E.U.T.-SEM heeft een nieuwe webpage, en een heel mooie, op http://personal5.iddeo.es/seutsem.

Het nieuwe e-mailadres is: centroseutsem@retemail.es.

In Valldoreix, niet al te ver van Barcelona, is op 12 februari een nieuwe protestantse kerk geopend door de president van de regering, de populaire Jordi Pujol.

Ook waren vertegenwoordigers van de F.E.R.E.D.E., de protestantse raad van Catalonië, en van alle protestantse denominaties aanwezig, benevens de oecumenische gedelegeerde van de Rooms Katholieke Kerk aldaar.

 naar boven

 

In dankbare herinnering

Alicia Manzanas
echtgenote van Daniel Vergara

Begin 1999 werd een hersentumor niet herkend, en verkeerd behandeld.

Wij hebben haar in november nog gezien en gesproken, en ze leek aan de beterende hand te zijn, maar een paar maanden geleden is ze weer ziek geworden. Een nieuwe tumor heeft op 24 mei 2000 een eind gemaakt aan haar leven hier op aarde. Ze was een warme, lieve moeder, een goede echtgenote voor haar man Daniel, die predikant is in Zaragoza, en ze betekende veel voor de gemeente.
Haar ouders hebben het gezin – een jongen van 13 en een meisje van 12, Ana, dat geestelijk gehandicapt is – al die tijd ver voorbij hun krachten bijgestaan.

Ana is nu opgenomen in een tehuis, waar ze – voor haar ‘rust’ – geen bezoek mag ontvangen. Dit soort dingen is niet te verzekeren in Spanje, dus is dit een tijdelijke oplossing: de gemeente springt bij, evenals familie en vrienden, maar ook zij hebben de grens van hun kunnen wel bereikt. Een zorgelijke situatie.

Wij vragen Uw voorbede voor heel het gezin!

Tot hoger heerlijkheid geroepen is ook

Ds. Julio Amaral

 * 1923 Tenerife                                                     †Tarn Realmont 24 dec 1999

Hij was een man met een vurig geloof. Onder het Franco - regime was er ook op de Canarische eilanden niet de vrijheid kerkdiensten te houden. Als kind heeft hij executies meegemaakt. Hij zat in het verzet en hielp mensen vluchten, werd zelf ter dood veroordeeld, maar ontkwam met zijn familie naar Buenos Aires. Hij verdiende goed, maar ging theologie studeren, zette een school op met een  revolutionair lesplan, zocht contact met RK en Joden, en kwam zelfs tot kanselruil – hij zat dicht tegen de bevrijdingstheologie aan in zijn denken, en kreeg dus problemen. In 1966 moest hij na een staatsgreep in ballingschap - naar Frankrijk, 15 jaar nadat hij vertrok uit Spanje. Later werkte hij voor de CIMADE, voor Spaanse en Portugese ballingen. Zijn Credo was: integratie zon-der je wortels en je culturele waarden te verliezen. 20 jaar lang organiseerde hij zomerkampen met Spanjaarden en Fransen samen, om zo elkaars cultuur te leren kennen.

De gedachtenis aan hem zij tot zegen.

Tot onze grote droefheid overleed op 25 februari Doña Elena Gärtner,
beter bekend als de echtgenote van Don Ramón Taibo, voorheen bisschop van de I.E.R.E. Wij mochten hen beiden vorig jaar mei bezoeken. Toen was ze nog helder genoeg, maar de laatste maanden voor haar dood was haar geest vaak verward, zodat haar overlijden ook een troost was. We kenden haar als een vrolijke, sprankelende geest, die vanuit haar eigen achtergrond de beperktheden van de Spaanse kerken met humor wist aan te vullen en te verruimen. Haar echtgenoot is nu zeer eenzaam, temeer daar hij nu binnen het bejaarden-huis is verplaatst naar een wel heel klein kamertje, waar net een eigen bed en een kastje kan staan, een stoel en een bureautje met ruimte voor een heel klein stapeltje boeken. Zijn gevang. Een herseninfarct maakte het leven voor hem nog moeizamer.  Dat we hem opzochten maakte hem heel gelukkig.
Denk aan hem, alstublieft.

 naar boven

Gedicht:

Esta Luz que me das...                                   Het Licht, dat Je me geeft.... 

Esta luz que me das, y que recibo,                   Het licht dat Je me geeft, en dat ‘k ontvang,
que internamente arde e ilumina,                     dat straalt inwendig, en verlicht,
de Ti viene, Señor, y a Ti me inclina,               het komt van Jou, mijn Heer, en tot Jou neig ik

me recupero en ella y de ella vivo. 
mij,         en ik genees en leef steeds in en van dat licht.

Tú lo dijiste: mientras la luz arde,                   Jijzelf hebt het gezegd: Zolang het licht blijft stralen,
bajo la luz tus pasos encamina,                        moet je je schreden richten onder ‘t licht,

y asciende hacia la luz que, si declina,            en opgaan naar het licht dat als ’t gaat dalen,

y entra en ocaso Dios, será ya tarde.          
    en Gods zonsondergang ingaat, te laat oplicht...

Tarde para los ojos y la rosa,                            Te laat voor d’ ogen en de roos,
que de la luz reciben su hermosura                  die van het licht hun schoonheid krijgen, en die

y sin la luz recalan en la muerte.                 
    zonder het licht gedrenkt zijn in de dood.

Esta luz que me das arde dichosa;                    Dat licht dat Je me geeft straalt van geluk;
el alma y la mirada transfigura                         transfigureert de ziel, het leven, en de blik,

y anticipa la luz con que he de verte.     
        loopt op het Licht vooruit, waarin ‘k Je eenmaal zie.

Padre Félix Garcia Vielba 1897

 naar boven